452234.69.17 · 05/2012 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP S 130 IR
7 Montage
7.4.2 Montage van de buitentemperatuurvoeler
De temperatuurvoeler moet zo aangebracht worden dat alle weersinvloeden geregi-
streerd worden en de meetwaarde niet vervalst wordt.
bevestiging aan de buitenwand van een verwarmde woonruimte en indien mogelijk
aan de noordelijke/noordwestelijke zijde
niet in "beschutte plek" (bijv. in een muurnis of onder het balkon) monteren
niet in de buurt van ramen, deuren, ontluchtingsopeningen, buitenlampen of warm-
tepompen aanbrengen
in geen enkel seizoen aan direct zonlicht blootstellen
Voelerleiding: Lengte max. 40 m; aderdiameter min. 0,75 mm²; buitendiameter van de
kabels 4-8 mm.
7.4.3 Montage van de aanlegvoeler
De montage van de aanlegvoelers is alleen noodzakelijk, indien deze onderdeel is van
de leveromvang van de warmtepomp, maar niet ingebouwd zijn.
De aanlegvoelers kunnen als buisaanlegvoeler gemonteerd of in de dompelhuls van de
compacte verdeler geplaatst worden.
Montage als buisinstallatievoeler
Ontdoe de verwarmingsbuis van lak, roest en tondel
Bestrijk het gereinigde oppervlak met warmtegeleidende pasta (dun aanbrengen)
Maak de voeler met de slangklem vast (trek goed vast, een losse voeler leidt tot fou-
tieve werking) en zorg voor thermische isolatie
7.4.4 Verdeelsysteem hydraulisch systeem
De compacte verdeler en dubbele differentiedrukloze verdeler fungeren als interface
tussen de warmtepomp, verwarmings-verdeelsysteem, buffervat en evt. ook de water-
verwarmer. In plaats van vele individuele componenten wordt hier een compact sy-
steem gebruikt om de installatie te vereenvoudigen. Meer informatie vindt u in de be-
treffende montagehandleiding.
Compacte verdeler
De terugloopvoeler kan in de warmtepomp blijven of moet in de dompelhuls worden
geplaatst. De resterende ruimte tussen voeler en dompelhuls moet volledig met warm-
tegeleidende pasta opgevuld zijn.
Dubbele differentiedrukloze verdeler
De terugloopvoeler moet in de dompelhuls van de dubbel differentiedrukloze verdeler
ingebouwd worden, om door de verwarmingskringpomp van de producent- en verbrui-
kerkring doorstroomd te worden.
14