NEDERLANDS
Warmte-instel‐
ling
6 - 7
Zacht bakken: kalfsoester, cor‐
don bleu van kalfsvlees, kote‐
letten, rissoles, worstjes, lever,
roux, eieren, pannenkoeken,
donuts.
7 - 8
Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
9
Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Richtlijnen inzake kookgerei
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Welke potten te gebruiken
Gebruik alleen kookgerei dat geschikt is voor
inductiekookplaten. Het kookgerei moet
gemaakt zijn van ferromagnetisch materiaal,
zoals:
• gietijzer;
• geëmailleerd staal;
• koolstofstaal;
• roestvrij staal (de meeste soorten);
• aluminium met ferromagnetische coating
of een ferromagnetische plaat.
Om te bepalen of een pot of pan geschikt is,
zoekt u naar het symbool
gestempeld op de onderkant van het
kookgerei). U kunt ook een magneet aan de
onderkant houden. Als die zich aan de
onderkant vastklampt, werkt het kookgerei
op de inductiekookplaat.
Gebruik voor een optimaal rendement altijd
potten en pannen met een vlakke bodem die
de warmte gelijkmatig verdeelt. Als de
bodem ongelijk is, zal dit invloed hebben op
de stroom- en warmtegeleiding.
Gebruik om:
(meestal
Tijd (min)
zoals
Halverwege de bereidingstijd
nodig
omdraaien.
5 - 15
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Hoe te gebruiken
Minimale diameter van de bodem van de
pot/pan voor de verschillende
kookgebieden
Om ervoor te zorgen dat de kookplaat goed
werkt, moet het kookgerei een geschikte
minimumdiameter hebben en een of meer
referentiepunten bedekken die op het
oppervlak van de kookplaat zijn aangegeven.
Gebruik altijd de kookzone die het beste
overeenkomt met de diameter van de
bodem van het kookgerei.
Kookzone
Linksachter
Links voor
Rechtsachter
Rechts voor
37
Tips
Diameter van het
kookgerei [mm]
125 - 145
145 - 180
145 - 180
125 - 145