9.4 VERGRENDELING VAN TWEE AUTOMATISERINGEN
Nadat de bedrading van de communicatiebus correct is uitgevoerd, zijn de volgende instellingen vereist om het vergrendelingsmechanisme van twee
automatiseringen te activeren:
- menu ADV>INK:
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen automatisering binnenzijde en automatisering buitenzijde.
Selecteer de optie INT om de interne automatisering aan te geven en de optie EXT om de externe automatisering aan te geven
Het is mogelijk om de activering van een SIO1/SIO2-uitgang met de werking van het vergrendelingsmechanisme te associëren, bijvoorbeeld om een
signaallamp te besturen die de status van de deur meldt:
- menu ADV>SIO1/SIO2:
selecteer de optie SIGN
- menu ADV>SIGN:
selecteer de optie INK
De IO1/IO2-uitgang wordt geactiveerd wanneer de deur is geblokkeerd door het vergrendelingsmechanisme (met dit signaal is het bijvoorbeeld mogelijk om
de rode signaallamp in te schakelen om aan te geven dat de doorgang tijdelijk is geblokkeerd)
Het is mogelijk om de vergrendelingsfunctie tijdelijk te deactiveren via een drukknop/contact:
- menu ADV>SIO1/SIO2/SI3:
selecteer de optie INKE (Interlock Exclusion)
Door de sluiting van de uitgang IO1/IO2/I3 op -24V wordt de werking van het vergrendelingsmechanisme gedeactiveerd.
9.4.1 Werking vergrendelingsmechanisme
De vergrendelde automatiseringen zullen één voor één opengaan maar wachten totdat de andere automatisering is gesloten.
OPMERKING: Het is belangrijk om de juiste looprichting te bepalen, de interne en externe automatisering aan te duiden, de interne en externe radar correct
in te stellen daar deze keuzes de werkingslogica van het vergrendelingsmechanisme beïnvloeden.
Vanuit de rusttoestand, waarin beide automatiseringen gesloten zijn, zal de eerste die een openingsbevel ontvangt het openingsmanoeuvre starten. De
andere automatisering gaat echter naar de toestand 'geblokkeerd', waarin geen openingsbevel wordt aanvaard van de contacten OP-I OP-E. De opening is
echter mogelijk (om veiligheidsredenen enz.) met het openingscommando prioriteit KO.
Zodra de deur in het openingsmanoeuvre de open positie heeft bereikt, worden zijn radarsignalen en de veiligheidssensors in de sluiting, die zich aan de
buitenkant van het vergrendelingsmechanisme bevinden, gedeactiveerd om de sluiting te versnellen.
De signalen blijven gedeactiveerd gedurende de gehele sluitmanoeuvre en voor het daaropvolgende openen/sluiten van de andere deur.
Zodra het openen/sluiten van de andere deur is voltooid, worden alle signalen weer ingeschakeld.
22
Ambiente
INTERNO
Radar Interno (OP-I)
Radar Esterno (OP-E)
Porta Interna (INT)
Radar Interno (OP-I)
Radar Esterno (OP-E)
Porta Esterna (EXT)
Ambiente
ESTERNO