a)
Onderplaat
b)
batterij
3. Wrik de borgklemmetjes weg van de geheugenmodule totdat de module losschiet [1]. Verwijder vervolgens de geheugenmodule uit de
connector op het moederbord [2].
De geheugenmodule(s) installeren
1. Plaats de geheugenkaart in de geheugenhouder.
2. Druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt.
OPMERKING:
Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
3. Plaats:
a) batterij
b) onderplaat
4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Systeemventilator
De ventilatoren verwijderen
1. Volg de procedures in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de volgende onderdelen:
a)
Onderplaat
b)
batterij
3. Voer de volgende stappen uit om de ventilator van de linker-videokaart te verwijderen:
a) Koppel de ventilatorkabel los van het moederbord [1].
b) Verwijder de twee M2x4-schroeven waarmee de ventilator aan het moederbord is bevestigd [2].
c) Til de ventilator uit de computer [3].
22
Demonteren en hermonteren
werken.