• Lokaal schema - het is een weekschema toegewezen aan slechts één bepaalde
zone. Het kan vrij worden bewerkt.
• Globaal schema 1-5 - deze schema's hebben dezelfde instellingen voor alle
zones.
• Constant – temperatuur wordt constant gehandhaafd. Deze wordt aanbevolen
voor vloerverwarming.
• Tijdlimiet – hier kan een bepaalde tijd gekozen worden dat een temperatuur
gehandhaafd wordt.
LET OP: voor verwarmen en koelen worden 2 temperaturen in gegeven. Dit
veranderd zodra koelcontact actief/passief wordt.
5. Gebruikersinstellingen
Met deze functie kan de gebruiker verwarming, koeling en weersafhankelijk
activeren / deactiveren. Indien de gebruiker <UIT> kiest, zal een bepaalde zone niet
meer gecontroleerd worden tijdens het verwarmen / koeling.
Voorbeeld: Als de gebruiker kiest voor verwarming als bedrijfsmodus
(installateursmenu> verwarming / koeling> werkmodus> verwarming), zal de
verwarming alleen van toepassing in deze zones waar de verwarming optie (ON-
menu> zones 1-8> gebruikersinstellingen>) is geactiveerd .
Deze optie kan de gebruiker ook de vooraf ingestelde temperatuur definiëren voor 3
werkingsmodi (Vakantie modus, Economische modus, Comfort modus).
Hysteresis
Deze functie wordt gebruikt om schakelsnelheid van de ingestelde temperatuur in te
stellen. Dit om ongewenste temperatuurschommelingen te voorkomen. Het
instelbereik is 0,1 - 10⁰C met een nauwkeurigheid van 0,1 ° C. Standaard is 0,2 ° C
ingesteld.
6. Kalibrering
Kalibratie kan worden uitgevoerd tijdens het monteren of na een lange tijd, als de
temperatuur zoals weergegeven verschilt van de werkelijke temperatuur. Kalibratie
bereik is -10⁰C tot + 10⁰C met de nauwkeurigheid van 0,1⁰C.
Type sensor – bedrade sensor
1. Vloerverwarming
• Vloerbescherming - met deze functie kan de vloertemperatuur beneden de
maximale temperatuurwaarde blijven, om het systeem te beschermen tegen
19