7 Inbedrijfstelling
83240707 1/2020-08 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC 45-A en WTC 60-A
4. Kalibratie doorvoeren en O
Het O
-gehalte moet gecontroleerd en evt. geoptimaliseerd worden.
2
Parametermenu activeren [hfst. 6.3].
Parameter 39 kiezen.
Op [ENTER]-toets drukken.
Kalibratie wordt voor ca. 60 seconden doorgevoerd en met weergave CAL
knipperend weergegeven.
Nieuwe SCOT®-basiswaarde wordt gegenereerd.
Na de kalibratie kan het O
overeen met het O
-gehalte.
2
Verbranding controleren en evt. via parameter 39 optimaliseren.
O
-gehalte met de draaiknop overeenkomstig de tabel instellen:
2
Naar links draaien: O
Naar rechts draaien: O
Aardgas
LPG
Op [ENTER]-toets drukken.
Waarde wordt opgeslagen.
Het toestel loopt naar minimaal vermogen.
Parameter 72 verschijnt automatisch.
Verbranding controleren en evt. via parameter 72 optimaliseren.
O
-gehalte met de draaiknop overeenkomstig de tabel instellen:
2
Naar links draaien: O
Naar rechts draaien: O
Op [ENTER]-toets drukken.
Waarde wordt opgeslagen.
Vakmanmenu verlaten.
5. Verbrandingswaarden controleren
Vermogen manueel verhogen tot maximum [hfst. 6.4].
Maximaal vermogen instellen en verbrandingswaarden controleren.
Minimaal vermogen instellen en verbrandingswaarden controleren.
Als het O
-gehalte meer dan ±0,4 afwijkt van de tabelwaarde moet het toestel
2
bijgesteld worden.
64-112
-gehalte optimaliseren
2
-gehalte ingesteld worden. De wijziging komt nagenoeg
2
-gehalte reduceren (maximaal -0,5)
2
-gehalte verhogen (maximaal 1,0).
2
WTC 45
4,9 % ±0,4
4,7 % ±0,4
-gehalte reduceren (maximaal -0,5)
2
-gehalte verhogen (maximaal 0,5).
2
WTC 60
4,9 % ±0,4
4,9 % ±0,4