Opgelet
Bij het instellen van de werkingsmodus voor elke
binnenunit zijn de instelbare combinaties beperkt. Dit zijn
de mogelijke combinaties van instellingen:
Situatie
Andere binnenunits dan
de geselecteerde zijn in
werking Koel.
Andere binnenunits dan
de geselecteerde zijn in
werking Droog.
Andere binnenunits dan
de geselecteerde zijn in
werking 10 °C Warmte.
Als de Koele
werkingsmodus vastgezet
is *
Als de Warme
werkingsmodus vastgezet
is *
* Alleen als het signaal doorgestuurd wordt van de
buitenunit door de externe input. Contacteer gemachtigd
onderhoudspersoneel voor details.
6.3.3. Kamertemperatuur instellen
Selecteer
"Temp.
1
(Links/Rechts)] en stel de kamertemperatuur in met de
[Cursorknop (Omhoog/Omlaag)].
Opgelet
x Mogelijk temperatuurbereik in de werkingsmodus:
Koel, Droog, Auto ............. 18 tot 30 °C (64 tot 88 °F)
Warmte ............................. 16 tot 30 °C (60 tot 88 °F)
x Als de werkingsmodus is ingesteld op "Ventilator" kan
de Kamertemperatuur niet ingesteld worden. ("Temp.
inst." kan niet geselecteerd worden.)
x Als de werkingsmodus ingesteld is op "Auto" en de
kamertemperatuur of de ingestelde temperatuur in elke
kamer beduidend verschillen, kan elke binnenunit een
onmogelijke combinatie van instellingen hebben. Stel in
dat
geval
de
werkingsmodus
werkingsmodi behalve "Auto".
NL - 13
Mogelijke
combinaties
Koel, Droog,
Ventilator, Auto
Koel, Droog,
Ventilator, Auto
Warmte, Auto
Koel, Droog,
Ventilator, Auto
Warmte, Auto
inst."
met
de
[Cursorknop
in
op
mogelijke
Andere instellingen voor de werking kunnen continu
2
ingesteld worden.
Om de instelling te voltooien drukt u op de [Enterknop],
waarna het scherm "Werking (selecteer unit)" opnieuw
verschijnt.
6.3.4. Ventilatorsnelheid instellen
Selecteer
"Ventilator"
1
(Links/Rechts)] en stel de ventilatorsnelheid in met de
[Cursorknop (Omhoog/Omlaag)].
Symbolen ventilatorsnelheid
Hoog
Med
Opgelet
Als de werkingsmodus op "Droog" wordt gezet, schakelt de
Ventilatorsnelheid naar "Auto". (Ventilatorsnelheid kan niet
geselecteerd worden.)
Andere instellingen voor de werking kunnen continu
2
ingesteld worden.
Om de instelling te voltooien drukt u op de [Enterknop],
waarna het scherm "Werking (selecteer unit)" opnieuw
verschijnt.
6.3.5. 10 °C warmte instellen
Selecteer
"10 °C
1
(Links/Rechts)] en zet op "Aan" met de [Cursorknop
(Omhoog/Omlaag)]. De 10 °C warmtefunctie start.
met
de
[Cursorknop
Laag Stil
Auto
Warmte"
met
de
[Cursorknop