Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leroy Somer R630 Installatie En Onderhoud pagina 25

Inhoudsopgave

Advertenties

Regelaar
Model R630
1 - FUNCTIE
Deze kaart zorgt op basis van de gegevens in verband
met stroom en spanning van de generator voor de vol-
gende signalen :
- Een beeld van de reactieve stroom van de generator
genaamd (KVAR) en gebruikt voor de regulatie van
KVAR.
- Een beeld van de faseverschuiving tussen spanning en
stroom van de generator genaamd (Ø) en gebruikt voor
de regulatie van cosØ (vermogenfactor).
- Een beeld van de actieve stroom van de generator
genaamd (KW) en gebruikt ter compensatie van de mini-
mumbegrenzing van de veldstroom van de PID kaart.
- Het meetprincipe bestaat uit het opnemen en vasthou-
den van de momentele waarde wanneer de onmiddellijke
stroom nul bereikt op de positieve flank.
- Het stroombeeld wordt eerst gefilterd en rechtstreeks
gebruikt voor het meten van KVAR. Deze wordt vervol-
gens afgeleid en gebruikt voor het meten van KW. Deze
wordt vervolgens versterkt om een blokgolf te verkrijgen
en daarna geïntegreerd om een zaagtand te geven die
voor het meten van de Ø gebruikt wordt.
- Het spanningsbeeld van de generator wordt eerst in fase
verschoven ter compensatie van de faseverschuiving
ingevoerd door de stroomfilter vervolgens uitgebreid
alvorens een monostabiele aan te spreken die de pulssi-
gnalen geeft (ongeveer 100µs) voor de bediening van de
blokkeer- en opvangcircuits.
- De gegevens in verband met KVAR en Ø waarden
worden vergeleken met de interne en externe referentie-
waarden (indien gebruikt) en het verschil wordt doorge-
zonden als foutsignaal naar de PID-kaart. Een extern
contact stuurt een analoge schakelaar die selecteert welke
van beide gegevens KVAR of Ø ingesteld moet worden.
- Drie gegevens (Ø, ∆Ø, ∆KVAR) kunnen als alternatieve
statische toestand voor afzonderlijke werking gebruikt
worden.
- Ø geeft een statisme nul bij cosØ=1 en de spanning
neemt af wanneer de cosØ inductiever is of neemt toe
in het tegengestelde geval.
- ∆Ø geeft een statisme nul bij de ingestelde cosØ en de
spanning neemt af als de cosØ inductiever is of neemt
toe in het tegengestelde geval.
- ∆KVAR geeft een statisme nul bij de ingestelde KVAR,
de spanning neemt af indien de KVAR groter zijn of
neemt toe in het tegengestelde geval.
- De selectie tussen deze mogelijkheden gebeurt door
middel van een jumper (CAV) die zich op de kaart
bevindt. (intern).
NT1950080/b-10/94 f:1/3
Cos Ø - kVAR
kaart (Optioneel)
2 - INSTELLINGEN
- P1 : Instelling van de referentiewaarde bij KVAR
- P2 : Instelling van de referentiewaarde bij cosØ
- P3 : Instelling van de faseverschuiver (intern)
- P4 : Instelling van de versterking cosØ)
- P5 : Instelling van de versterking KVAR
- P6 : Instelling van de differentiële statische toestand
- P7 : Instelling van de pulsbreedte (intern)
- Jumper CAV : Keuze van het type statisme
Zonder : Statisme reactief ingesteld met P1 op de detec-
tiekaart
CAV1 : Statisme nul bij cosØ=1 en dalend tot 0,8
CAV2 : Statisme nul bij ingestelde KVAR (P1), dalend
indien hoger en stijgend indien de waarde lager is.
CAV3 : Statisme nul bij ingestelde cosØ (P2), dalend
indien lager en stijgend indien de waarde hoger is.
Nota : Indien we het statisme van deze kaart gebruiken,
dan moet de potentiometer P1 van de detectiekaart op
nul gesteld worden.
3 - INGANGEN / UITGANGEN
Platte kabel (BUS 64punten)
- 8c
: Ingang spanningsbeeld van de generator
- 9a
: Ingang stroombeeld van de generator
- 20a
: Ingang bediening "cosØ / KVAR"
(0V = "cosØ")
- 21c
: Externe instelling KVAR
- 20c
: Externe instelling cosØ
- 1a,1c
: Ingang +15Vdc gestabiliseerd (Vcc)
- 32a,32c : Ingang -15Vdc gestabiliseerd (Vdd)
- 16a,17c : Gemeenschappelijk 0-potentiaal elektronica
- 14c
: Uitgang foutsignaal naar PID kaart
- 13a
: Uitgang signaal statische toestand naar
detectiekaart
- 14a
: Uitgang KW signaal naar PID kaart
- 12a
: Uitgang KVAR signaal
- 10c
: Uitgang Ø signaal
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave