NL
Extern blok – wanneer een externe verwarming aangesloten op de klemmen AUX van het moeder-
bord wordt gebruikt in plaats van een geïntegreerde voorverwarming (zie 'Installatiehandeiding'.) De
regeling van de beveiliging met behulp van een buiten geïnstalleerde warmtewisselaar vindt plaats via
een 0-10 V-sigaal dat naar de AUX-terminals van de controller wordt gestuurd.
•
Bescherming tegen ijsvorming op R-kasten – als er een hoge vochtigheidsgraad in de afvoer-
lucht is (bijvoorbeeld in een nieuwbouwhuis), kan het condensaat zich in de winter in de kast gaan
ophopen en uiteindelijk bevriezen. De beschermende functie vermindert automatisch de ventila-
tie-intensiteit in de winter, wanneer de luchtvochtigheid binnenshuis te hoog is en er gevaar be-
staat voor condensatie op de binnenwanden van de kast. Wanneer de bescherming tegen ijsvor-
ming actief is, wordt het luchtstroomreductiesymbool op het bedieningspaneel weergegeven (zie
paragraaf "Bedieningspaneel C6.1)"
De bescherming tegen ijsvorming heeft de volgende instellingen:
Aan – De automatische bescherming tegen ijsvorming is standaard geactiveerd en zal de ventila-
tie-intensiteit verminderen indien nodig.
Uit – De bescherming tegen ijsvorming werkt niet en de door de gebruiker ingestelde luchtstroom
wordt gehandhaafd.
•
Omgevingsvochtigheid – Deze instelling is nodig om de vriescondities te bepalen.
Mogelijke instellingen:
AUTO – de luchtvochtigheid van de ruimte wordt automatisch ingesteld met behulp van de lucht-
vochtigheidssensor in het bedieningspaneel en/of luchtvochtigheidssensoren buiten die zijn aange-
sloten op de terminals B8 en B9 van de controller (zie 'Installatiehandeiding').
10...90 % – een vaste waarde voor de luchtvochtigheid binnen kan worden ingesteld wanneer een
bedieningspaneel op een ongeschikte locatie is geïnstalleerd (of niet wordt gebruikt) en er geen voch-
tigheidssensors voor de buitenlucht zijn aangesloten.
Wanneer de luchtvochtigheid in de ruimte verkeerd wordt ingesteld, bestaat
echter het gevaar dat de beveiliging tegen ijsvorming niet goed werkt.
Connectiviteit. De optie DHCP zal automatisch een vrij IP-adres op het lokale netwerk toekennen
(gebruik deze instelling niet indien u de computer rechtstreeks op de unit aansluit). Als DHCP niet wordt
gebruikt, u kunt uw pc-netwerkinstellingen instellen voor bediening op afstand via een webbrowser:
IP-adres en subnetmasker.
Aansluiting
DHCP
IP adres
192. 168. 0. 60
Subnet mask
255. 255. 0. 0
Gateway
192. 168. 0. 1
Status
Verbonden
„Status" regel toont verbinding tussen LBK en internet:
•
Verbroken – AHU is niet verbonden met een LAN- of internetnetwerk.
•
Geen internettoegang – AHU is verbonden met een LAN-netwerk en communiceert met de router,
maar internet is niet toegankelijk.
•
Verbonden – AHU heeft toegang tot internet.
22
Modbus ID
254
RS-485
19200 8E1
BACnet ID
60
BACnet Port
47808
Modbus RTU
Modbus
1
/ 2
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Aansluiting
2
/ 2
Modbus RTU
Paneel
Brandkleppen
Modbus
C6_22-02