Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent C6.1 Installatiehandleiding pagina 20

Verberg thumbnails Zie ook voor C6.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Air quality control (Regeling van de lucht-
kwaliteit). De regeling van de luchtkwaliteit is stan-
daard ingeschakeld. Om de unit in modus AUTO niet
op basis van de luchtkwaliteit maar op basis van
de weekplanning te laten werken, kan deze functie
worden uitgeschakeld.
Regeling van de luchtkwaliteit wordt uitgevoerd
met behulp van de diverse sensoren. De verschil-
lende typen zijn als volgt geconfigureerd:
CO2 - Kooldioxidegehaltesensor [0-2000 ppm];
VOC - luchtkwaliteitssensor [0-100%];
Regeling van de luchtkwaliteit regelt ook auto-
matisch de ventilatie-intensiteit in een bereik van 20
- 70%. Indien nodig kan dit bereik worden aangepast.
Wanneer de minimale ventilatie-intensiteit wordt ingesteld op 0%, kan de luchtbehandelingsunit
afslaan op het moment dat de luchtkwaliteit in de ruimte de gewenste waarde heeft bereikt. De unit
slaat echter wel iedere twee uur voor korte tijd aan (deze frequentie kan worden geconfigureerd) om
de luchtkwaliteit in de ruimte te controleren. Als bij controle blijkt dat de luchtvervuiling niet boven de
ingestelde waarde is gestegen, slaat de luchtbehandelingsunit weer af. Als bij controle echter blijkt dat
de luchtkwaliteit slecht is, gaat de unit door totdat de ruimte geventileerd is.
Vochtigheidscontrole
Als de luchtvochtigheidsregeling geactiveerd is, is ontvochtiging van de lucht in de ruimte mogelijk.
Ontvochtiging kan op de volgende manieren worden gerealiseerd:
Als de luchtvochtigheid buiten wordt gemeten met een extra vochtigheidssensor, kan de lucht in
de ruimte worden ontvochtigd wanneer de luchtvochtigheid buitenshuis lager is dan binnenshuis.
De luchtvochtigheid in de ruimte wordt gemeten door een andere, extra aangesloten sensor of
door een in het bedieningspaneel geïntegreerde vochtsensor. Stel in de instellingen het type sensor
in als RH en geef aan welke van de sensoren voor de meting van de luchtvochtigheid buitenshuis
is. In de AUTO-modus draaien de ventilatoren op minimumsnelheid (zie "Controle op onzuiver-
heden"), totdat de luchtvochtigheid binnenshuis lager is dan de ingestelde waarde. In het geval dat
de ruimte ontvochtigd moet worden en de luchtvochtigheid buitenshuis lager is dan binnenshuis,
zal de ventilatorsnelheid geleidelijk worden verhoogd en zal er drogere lucht worden aangevoerd.
Als de buitenvochtigheidssensor niet wordt gebruikt, werkt de functie "Vochtigheidsregeling" op
dezelfde manier als de functie "Controle op onzuiverheden", maar in plaats van een luchtkwaliteits-
sensor wordt een extra aangesloten vochtigheidssensor of sensor van het bedieningspaneel ge-
bruikt.
Bij gebruik van een externe DX-unit of kanaalgemonteerd koudwaterbuizenstel (geactiveerd in de
"Controlevolgorde" -instellingen) is het mogelijk om extra te ontvochtigen door de toevoerlucht
te koelen. In dat geval wordt het temperatuurinstelpunt genegeerd en wordt er koudere, drogere
lucht toegevoerd, totdat het instelpunt voor de luchtvochtigheid binnenshuis is bereikt. Voordat de
koelapparaten worden gestart, is ontvochtiging met buitenlucht ook mogelijk, wanneer de buiten-
vochtigheidssensor is aangesloten en de buitenlucht droger is dan de binnenlucht. Ontvochtiging
met koelapparaten is mogelijk in AUTO en in de standaard ventilatiemodus.
Om de DX-unit of kanaalgemonteerd koudwaterbuizenstel voor ontvochtiging te gebruiken, moet
de optie "Ontvochtigen met koeling toestaan" worden gecontroleerd (zie "Controlevolgorde" -instel-
lingen). Samen met deze instelling verschijnt een optie om de gewenste luchtvochtigheid in te stellen in
het instelscherm van de standaard ventilatiemodi.
Op kasten met een roterende warmtewisselaar kan de luchtkwaliteitsfunctie tijde-
lijk worden gestopt terwijl de bescherming tegen ijsvorming in werking is.
20
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Luchtkwaliteit regeling
Luchtkwaliteit regeling
Aan
Luchtkwaliteit regeling
Aan
Sensor 1
CO2
Sensor 2
RH
Buitenvochtigheid
Geen
1 / 2
Luchtkwaliteit regeling
Minimale intensiviteit
0 %
Maximale intensiviteit
70 %
Controle periode
2 h
2 / 2
C6_22-02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C6.2

Inhoudsopgave