Beeldprojectie (vervolg)
Kiezen van de ingangsfunctie
Kies de juiste ingangsfunctie voor de
aangesloten apparatuur.
Druk op CINPUT 1, CINPUT 2, DINPUT
3 of EINPUT 4 van de afstandsbediening om
de ingangs functie te kiezen.
• Bij indrukken van INPUT (P/R) op de projector
verandert de ingangsfunctie als volgt:
INGANG 1 INGANG 2
• Wanneer "Automatisch zoeken" is ingesteld op
"Aan" , functioneren INPUT (P/R) op de projec-
tor als de automatische zoektoetsen. (Zie blz. 43.)
Instellen van het volume
Druk
op
afstandsbediening of op –O/Q+ van de
projector om het volume in te stellen.
Opmerking
• Druk op K/–O om het volume te verlagen.
• Druk op L/Q+ om het volume te verhogen.
• Als de projector op externe apparatuur is aangesloten,
zal het volume van de externe apparatuur veranderen
overeenkomstig het volumeniveau van de projector.
Zet het volume van de projector op het laagste niveau
wanneer u de projector in/uitschakelt of een ander
ingangssignaal kiest.
• Als u geen geluid via de luidspreker van de
projector wilt weergeven wanneer de projec-
tor op externe apparatuur is aangesloten,
moet u het onderdeel "Luidspreker" in het
"PRJ-INS" menu op "Uit" zetten. (Zie blz. 43.)
Weergeven van een zwart
scher m
uitschakelen van het geluid
Druk op MAV MUTE van de afstandsbediening
om tijdelijk een zwart scherm weer te geven en
het geluid uit te schakelen.
Opmerking
• Wanneer u nog een keer op MAV MUTE drukt,
zal het geprojecteerde beeld weer verschijnen.
30
INGANG 3
INGANG 4 .
K /L
van
en
tijdelijk
de
Beeldschermdisplay
Beeldschermdisplay
AV MUTE toets
Volumetoetsen
INPUT
toetsen