9. Storingen en probleemoplossing
9.1 Storing component/Actieve storingen
Als een component op het Enforcer 32-WE-systeem niet goed is geïnstalleerd of de verbinding met de
bus is verbroken, wordt er een storing gemeld. Hieronder volgt een voorbeeld van iedere soort
storing:
-
Storing op het paneel = 'Alarmsysteem, draadloze storing paneel'
-
Adres toetsenbord 3 (1-3 beschikbaar) mislukt = 'Component 3, Componentstoring Tbd'
-
Adres taglezer 2 (1-3 beschikbaar) mislukt = 'Component 2, Componentstoring Lzr'
-
Adressen ingangsuitbreiding op afstand 0 (0-4 beschikbaar) = 'RIX-00, Componentstoring RIX'
-
Adres uitgangsuitbreiding 0 = 'ROX-00, Componentstoring ROX'
Als er een locatienaam voor een component is ingevoerd, wordt op het toetsenbord de locatie in
plaats van het adres weergegeven. In plaats van 'Component 3' wordt op het toetsenbord
bijvoorbeeld 'Gang voordeur' weergegeven.
9.2 Systeemstoringen en probleemoplossing
9.2.1 Communicatiestoringen
Storing
MODEMFOUT
LIJNSTORING
OPROEP PAC
MISLUKT
9.2.2 Problemen met de RS-485-bus
Storing
COMPONENTSTORING
xxx
xxx = ROX
xxx = RIX
xxx = Tbd
xxx = Lzr
xxx = Pnl
Omschrijving
Het paneel kan het Digi-modem niet
zien
Er is geen telefoon- of GPRS-lijn
De oproep naar de meldkamer is
mislukt. OPMERKING: Dit is een
communicatieprobleem dat zelden
wordt veroorzaakt door een storing in
de apparatuur. Het heeft
hoofdzakelijk betrekking op de
frequentie van de aan- en
afsluitingsbevestiging die op de
ontvanger is ingesteld.
Omschrijving
Verbinding met bedraad component
op de RS-485-bus is verbroken. Elk
component wordt aan zijn eigen
naam herkend, bijvoorbeeld:
Uitgangsmodule = ROX
Ingangsmodule = RIX
Toetsenbord = Tbd
Lezer = Lzr
Alarmsysteem = Pnl
Oplossing
Als er geen modem aanwezig is, controleer
dan dat de optie 'Schakel Digi uit' is ingesteld
op JA en dat de DOWNLOADMODUS is
ingesteld op GEEN of RS232. Als het Digi-
modem aanwezig is maar niet wordt
gedetecteerd, controleer dan dat de kabel van
het modem juist is aangesloten.
a) Controleer dat het PSTN-modem moet op
een conventionele analoge telefoonlijn is
aangesloten.
b) Controleer dat de simkaart in het modem
is geplaatst.
c) Controleer dat het GPRS-signaal sterk
genoeg is.
Controleer dat ALLE oproepgegevens juist zijn
geprogrammeerd. Controleer dat het
signaleringsformaat goed is ingesteld voor de
ontvanger in de meldkamer.
Oplossing
Identificeer het component.
Controleer dat het component juist is
geadresseerd, overeenkomstig de
programmering. Controleer de aansluitingen
op en de bedrading naar het component. Als
al het bovenstaande in orde is, start u het
component opnieuw op, gevolgd door het
opnieuw opstarten van het eindstation.
Pagina: 46