combinatie van verschillende logische functies moet worden gebruikt, moeten de logische poorten
worden gesplitst. Voor A OR B AND C kan dus de volgende logische functie worden gebruikt:
Logische poort 1 = A OR B; Logische poort 2 = Logische poort 1 AND C. Het volgende voorbeeld
toont hoe u de opdrachten programmeert:
{['Inbraak elke' OR 'Sabotage elke'] AND 'Klaar C'}:
OPMERKING 2: Alleen poorten 16-20 kunnen worden geprogrammeerd. Poorten 1-15 zijn voor
toekomstig gebruik.
Pagina: 45