Tips voor geslaagd afdrukken
Om geslaagd af te drukken, moeten de HP-inktcartridges goed werken met voldoende inkt, moet het
papier goed zijn geplaatst en het apparaat de juiste instellingen hebben. De afdrukinstellingen zijn
niet van toepassing voor het kopiëren of scannen.
Inkttips
Gebruik originele HP-inktcartridges.
●
Plaats de zwarte en driekleurencartridges juist.
●
Zie
vervangen van inktcartridges op pagina 39
Controleer de geschatte inktniveau in de inktcartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende
●
inkt is.
Zie
Bekijk de geschatte inktniveaus op pagina 36
Als de afdrukkwaliteit niet aanvaardbaar is, ga dan naar
●
op pagina 50
Tips voor het plaatsen van papier
Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde
●
formaat en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd
●
zijn.
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
●
Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 22
Tips voor printerinstellingen
Selecteer in het tabblad Papier/kwaliteit de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit in de
●
vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal.
Selecteer een geschikt papierformaat uit de vervolgkeuzelijst Papiersoort in het dialoogvenster
●
Geavanceerde opties. Op het dialoogvenster Geavanceerde opties door te klikken op de
knopGeavanceerd op het tabblad Instellingen of Papier/Kwaliteit.
Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken en Scannen en vervolgens op
●
Voorkeuren instellen in de printersoftware.
Afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt, gaat u op een van de volgende manieren
te werk om de printersoftware te openen:
NLWW
voor meer informatie.
voor meer informatie.
voor meer informatie.
De afdrukkwaliteit verbeteren
voor meer informatie.
Tips voor geslaagd afdrukken
17