GEBRUIkSAANWIJZING
DRAADLOZE LOGGER
BESTELNR.: 10 12 01
WDL-TH Temp/RV
BESTELNR.: 10 12 16
WDL-P Druk
BESTELNR.: 10 12 20
WDL-k Temp. type k
BEDOELD GEBRUIk
Het product dient voor het meten van de temperatuur en van de luchtvochtigheid (WDL-TH) / van de
luchtdruk (WDL-P) / van de temperatuur via een als toebehoren verkrijgbare temperatuursensor van het type
K (WDL-K). Het beschikt over een intern geheugen voor maximaal 5000 meetwaarden. De meetwaarden
kunnen alleen in combinatie met de als toebehoren verkrijgbare „WDL-PC draadloze logger USB-dongle"
voor analyse en opslag naar een PC worden gestuurd. De voeding vindt plaats via een batterij van het type
½ AA. Het product mag uitsluitend binnenshuis worden toegepast .
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product
toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het
product worden beschadigd. Bovendien kan bij verkeerd gebruik een gevaarlijke situatie ontstaan met als
gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok enzovoort. Lees de gebruiksaanwijzing volledig
door en gooi hem niet weg. Het product mag alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan derden ter
beschikking worden gesteld.
LEVERINGSOmVANG
•
Draadloze logger
•
Batterij
•
Gebruiksaanwijzing
VEILIGHEIDSINSTRUcTIES
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies.
Indien de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze
gebruiksaanwijzing niet worden opgevolgd, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld
voor de daardoor ontstane schade aan apparatuur of persoonlijk letsel. Bovendien vervalt
in dergelijke gevallen de garantie.
a)
Personen / Product
•
Het product is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren.
•
Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal worden voor
spelende kinderen.
•
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, vocht,
ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
•
Zet het product niet onder mechanische druk.
•
Als het niet langer mogelijk is het product veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en zorg
ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer worden
gegarandeerd wanneer het product:
-
zichtbaar is beschadigd,
-
niet langer op juiste wijze werkt,
-
tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of
-
onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk.
•
Behandel het product met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte hoogte
kan het product beschadigen.
•
Neem alstublieft ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in acht
die met het product zijn verbonden.
b)
Batterijen / Accu's
•
Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen / accu's.
•
De batterijen / accu's dienen uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen. Lekkende of
beschadigde batterijen / accu's kunnen brandend zuur bij contact met de huid opleveren.
Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om beschadigde batterijen / accu's aan te pakken.
•
Batterijen / accu's moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen / accu's
niet rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
•
Batterijen / accu's mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit
gewone batterijen te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar!
c)
Diversen
•
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten
van het apparaat.
•
Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een expert of
in een daartoe bevoegde winkel.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik of als er problemen zijn waar u in de
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische helpdesk
of met een andere elektromonteur.
Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel. +49 180/586 582 7.
BATTERIJ PLAATSEN/VERVANGEN
Bij aflevering is het product al voorzien van een batterij. Verwijder de beveiligingsstrip van de
batterij voordat het product voor de eerste keer wordt gebruikt.
1.
Open het batterijvak aan de achterkant van het product.
2.
Plaats een batterij van het type ½ AA en let op de juiste polariteit. Zie daarvoor de polariteitindicaties
0700
binnenin het batterijvak.
3.
Sluit het batterijvak weer.
VERSIE 08/11
Nadat het product is ingeschakeld, worden er geen gegevens opgeslagen todat het product aan het
netwerk is gekoppeld. Het product voert automatisch om de tien seconden een verbindingspoging uit,
in het geval dat het reeds voor het verwisselen van de batterij op het netwerk werd aangesloten. Druk
als dat niet lukt op de knop „CONNECT" om de verbinding tot stand te brengen.
INGEBRUIkNAmE
Het product werkt uitsluitend in combinatie met de afzonderlijk verkrijgbare „WDL-PC draadloze
logger USB-dongle" en de bijbehorende software „Wireless DataLogger Viewer". Raadpleeg
daartoe de gebruiksaanwijzing van de dongle en van de software.
Er mogen zich geen apparaten met sterke elektrische of magnetische velden in de directe
omgeving van de product bevinden, aangezien deze de werking nadelig kunnen beïnvloeden.
Het radiografische bereik van het apparaat is afhankelijk van de omgeving. Houd het apparaat uit
de buurt van andere elektronische apparaten, vooral van apparaten met draadloze technologie.
Als de interne klok van de computer opnieuw wordt ingesteld, dan moet ook de draadloze logger
opnieuw in het netwerk worden opgenomen om aan de meetgegevens de juiste tijd te kunnen
toewijzen.
Blokkeer de weg niet tussen het product en de afzonderlijk verkrijgbare draadloze logger USB-
dongle. Dit beïnvloedt de draadloze verbinding en ook de batterijen worden sneller ontladen.
De batterijen ontladen zich sneller bij te hoge of te lage temperaturen. Houd u aan de opgaaf van
de batterijfabrikant ten aanzien van de optimale omgevingstemperatuur.
Zodra de batterij leeg raakt, kan het vastleggen van de meetwaarden mislukken. Bovendien
wordt in dit geval de meetnauwkeurigheid niet langer gegarandeerd. Vervang dan de lege batterij
door een nieuwe van hetzelfde type.
a)
Logger aan het netwerk koppelen
1.
Zorg er voor dat de dongle en de software „Wireless DataLogger Viewer" klaar zijn voor gebruik. Open
binnen de software het menu „Sensor Administration".
2.
Plaats het product in de buurt van de dongle.
3.
Als het product vooraf al in een ander netwerk is opgenomen, ga dan als volgt te werk of ga in plaats
daarvan verder vanaf punt 4:
-
Houd de knop „CONNECT" op de achterkant van het product ingedrukt.
-
Schakel het product tegelijkertijd in, waarbij de schakelaar aan/uit in de richting van het opschrift „ON"
wordt geschoven. De rode voedings-LED op de bovenkant van het product knippert gedurende ca. vijf
seconden.
-
Wacht totdat de voedings-LED dooft. De informatie over het vorige netwerk is daarmee gewist en het
product is klaar om in een nieuw netwerk te worden opgenomen.
4.
Schakel het product in door de schakelaar aan/uit in de richting van het opschrift „ON" te schuiven.
5.
Druk op de knop „CONNECT" op de achterkant van het product.
6.
Volg de instructies van de software op de monitor op en raadpleeg indien gewenst ook de
gebruiksaanwijzing van de software.
b)
meting starten
Geldt uitsluitend voor de „WDL-k draadloze logger temperatuur type k":
•
Hierbij is de als toebehoren verkrijgbare temperatuursensor van het type K nodig.
•
Steek de temperatuursensor met de juiste polariteit in de betreffende aansluiting van de
logger. Let daarbij op de polariteitsaanduidingen op de logger en op de connector van de
temperatuursensor.
1.
Steek de dongle in de computer en start de software.
2.
Zorg er voor dat het product vooraf aan het netwerk wordt gekoppeld.
3.
Plaats het product op de plaats waar de meting moet worden uitgevoerd. Schroef het product indien
gewenst op een als toebehoren verkrijgbaar statief.
4.
Schakel het product in.
5.
De betekenis van de LED-signalen wordt in het hoofdstuk "LED-status" beschreven.
6.
Controleer of de dongle de meetgegevens ontvangt. Indien niet, verklein dan de afstand tussen het
product en de dongle.
Wacht bij snelle veranderingen van de temperatuur of de luchtvochtigheid gedurende enkele minuten,
totdat de meetwaarden zich stabiliseren.
Als er geen verbinding tot stand komt, meet het product niettemin en worden de gegevens in het
interne geheugen opgeslagen. Tegelijkertijd probeert het product geheel automatisch een verbinding
op te bouwen. Als er echter nog steeds geen verbinding tot stand wordt gebracht, schakel het product
dan uit en en schakel het opnieuw in.
Het interne geheugen biedt plaats aan 5000 meetwaarden. Zodra het geheugen vol is, worden de
oudste meetwaarden overschreven.
c)
Gegevensimport
1.
Zodra het product met het netwerk is verbonden, worden de meest actuele meetwaarden via de dongle
naar de software verzonden.
2.
Daarna wordt de rest van de opgeslagen meetwaarden verstuurd. De groene signalerings-LED knippert
daarbij voortdurend. Ondertussen gaat het product gewoon door met het opslaan van meetwaarden.
3.
Zodra alle gegevens zijn verstuurd, wordt de procedure beëindigd.