Informatie op de kaartweergave
Aan de rechterkant van het display
wordt de volgende informatie weer‐
gegeven:
■ Een kompassymbool dat het noor‐
den aanduidt.
■ Als op de huidige positie geen
GPS-signaal beschikbaar is (zie
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 37), wordt een "GPS"-symbool
met een kruis erdoor weergegeven
onder het kompassymbool.
■ De actueel geselecteerde kaart‐
schaal (veranderen van de schaal:
draai de multifunctionele knop).
Op de kaart wordt de volgende infor‐
matie weergegeven:
■ De route als een blauwe lijn.
■ De huidige positie als een rode
driehoek.
■ De eindbestemming als een finis‐
hvlag.
■ Verschillende symbolen (zie hoofd‐
stuk "Symbolenoverzicht" 3 73)
geven de verkeersinformatie weer
en algemene aanwijzingen of spe‐
ciale bestemmingen.
Navigatie
Het navigatiesysteem instellen
Druk op de CONFIG-knop en selec‐
teer vervolgens Navigatie-
instellingen om een menu met instel‐
lingen voor navigatie te openen.
Navi-volume
De relatieve volumes van het naviga‐
tiebericht (Bericht) en de geluidsbron
(Achtergrond) tijdens een navigatie‐
bericht kunnen vooraf worden inge‐
steld.
41