[ VOORZORGSMAATREGELEN ]
• Zorg ervoor dat de afstand tussen buitenunits, voedingska-
bel en besturingskabels en televisies en radio's minimaal 1 m
bedraagt, om vervorming van het beeld en interferentie te
voorkomen. (Bij sommige radiofrequenties kan een
afstand van 1 m in voorkomende gevallen onvoldoende
blijken te zijn om vervorming van het radiosignaal te
voorkomen.)
• Wanneer een draadloze afstandsbediening wordt gebruikt
in een ruimte waar fluorescentieverlichting (met inverter of
snelstarter), kan de afstand waarover de afstandsbediening
werkt korter worden. Installeer binnenunits zo ver mogelijk
verwijderd van fluorescentieverlichting.
(2) Gebruik ophangbouten voor installatie. Controleer of
het plafond stevig genoeg is om het gewicht van de unit
te dragen. In geval van twijfel dient het plafond vóór
installatie te worden versterkt.
(De hartafstand vindt u op de verpakking. Houd de mal
tegen het plafond om vast te stellen waar het plafond ver-
sterkt moet worden.)
4.
VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE
(1) Controleer of de positie van de ophangbouten overeen-
komt met de positie van de haken aan de unit.
(Zie Afb. 2)
• Maak de inspectieopening aan de kant van de besturing-
skast zodat onderhoud en inspectie van de besturingskast
en afvoerpomp gemakkelijk kan worden uitgevoerd. Maak de
inspectieopening ook in het onderste deel van het apparaat.
620
500
Afstand tussen
ophangpunten
Luchtuitlaat
Afvoerpomp
〈RUIMTE VOOR ONDERHOUD〉
Zie aanzicht
Inspectieluik
(Plafondopening)
4
(lengte : mm)
Luchtinlaat
Besturingskast
450×450
(Afmeting
van de
inspectieopening)
Plafond
620
Afb. 2
Model
20 · 25 · 32 type
40 · 50 type
63 type
(2) Controleer of het bereik van de externe statische druk
van het apparaat niet te klein is voor de omstandighe-
den ter plaatse.
(Meer informatie over het instellen van de externe statische
druk vindt u in de technische documentatie.)
(3) Maak de installatieopening.
(Voorgemonteerde plafonds)
• Steek, zodra de installatieopening op de juiste plaats in
het plafond gemaakt is, de koelmiddelleidingen, de afvo-
erleidingen, de besturingskabel en de bekabeling voor de
afstandsbediening (niet nodig als een draadloze
afstandsbediening toegepast wordt) door de betreffende
doorvoeropeningen van het apparaat.
Zie de paragrafen "6. AANLEGGEN VAN DE KOEL-
STOFLEIDING", "7. HET AANLEGGEN VAN DE AFVO-
ERBUIZEN" en "10. VOORBEELD VAN BEDRADING".
• Maak, nadat de installatieopening gemaakt is, indien
nodig de randen ervan waterpas. Mogelijk moet het
plafond verstevigd worden om meetrillen te voorkomen.
Raadpleeg de (documentatie van de) fabrikant of lever-
ancier van het plafond voor meer informatie.
(4) Monteer de ophangbouten.
(Gebruik ophangbouten W3/8 of M10.)
Gebruik keilbouten voor een bestaand plafond en keil-
pluggen of een solide ander ankerproduct (niet mee-
geleverd) voor een nieuw plafond zodat het plafond het
gewicht van het apparaat veilig kan dragen. (Zie Afb. 3)
Binnenunit
Opmerking: Alle hierboven weergegeven materialen
worden niet meegeleverd.
(5) Voor onderzijde intake, het kamerdeksel en het bes-
chermingsnet vervangen in de procedure aangegeven
in Afb. 4.
(1) Verwijder het beschermingsnet.
(6 schroeven)···Enkel type PBVE(T)
Verwijder het kamerdeksel. (7 schroeven)
(2) Montere het kamerdeksel opnieuw op de manier zoals
is weergegeven in de Afb. 4. (7 schroeven)
Bevestig het verwijderde beschermingsnet in de rich-
ting aangegeven in Afb. 4.
(6 schroeven)···Enkel type PBVE(T)
(3) Monteer het luchtfilter (accessoire) op de manier zoals
is weergegeven in de tekening.
Plak de vier gaten die niet door het luchtfilter afgedejt
worden, dicht met tape.
(lengte : mm)
A
B
700
740
900
940
1100
1140
Plafondsteen
Ankerbout
Lange moer of spanschroef
Ophangbout
Afb. 3
Nederlands