• Zorg ervoor dat de afvoer goed werkt.
• De diameter van de afvoerleiding moet tenminste even groot
zijn als de diameter van de aansluitleiding (PVC-buis; buis-
maat: 20 mm; buitendiameter: 26 mm).
(stijgbuis niet meegeleverd)
• Zorg ervoor dat de afvoerleiding zo kort mogelijk is en afloopt
met tenminste 1/100 om luchtbelvorming te voorkomen.
(Zie Afb. 14)
Centrale afvoerleiding
Afb. 14
(met een hellingshoek van ten minste 1/100)
VOORZORGSMAATREGELEN
Door opgehoopt water in de afvoerleidingen kan de afvoer
verstopt raken.
• Hang de afvoerslang op regelmatige afstanden, elke 1 tot
1,5 m, op om te voorkomen dat deze gaat doorhangen.
• Gebruik de afvoerslang (2) en de metalen klem (1). Steek de
afvoerslang (2) tot de aanslag in de afvoermof, draai de met-
alen klem (1) vast zodat de schroef aan de bovenzijde zit.
Draai de metalen klem (1) vast tot de kop van de bout minder
dan 4 mm is verwijderd van de slang. (Zie Afb. 15 en 16)
• Isoleer de twee plaatsen die hieronder zijn afgebeeld omdat
anders door condensvorming lekkage kan ontstaan.
• Afvoerleidingen binnenshuis
• Afvoermof
Isoleer de metalen klem (1) en de afvoerslang (2) met de
meegeleverde grote Afdichtmiddel (5) op de manier zoals is
weergegeven in de onderstaande afbeelding. (Zie Afb. 16)
Metalen klem (1)
(accessoire)
Tape
Afvoerslang (2)
(accessoire)
Afb. 15
〈 VOORZORGSMAATREGELEN 〉
Aansluitingen voor afvoerleidingen
• Sluit de afvoerleidingen nooit direct aan op een rioolbuis die
naar ammoniak ruikt. De ammoniak in het riool kan dan de
binnenunit binnenunit binnendringen via de afvoerleidingen,
waardoor de warmtewisselaar gaat corroderen.
• Voorkom dat de afvoerslang (2) gebogen, getordeerd of sterk
belast wordt.
(Daardoor kunnen lekkages ontstaan.)
• Volg, als u een centrale afvoerleiding installeert, de proce-
dure zoals is weergegeven in Afb. 14.
• Gebruik voor de centrale afvoerleiding een buis met
geschikte afmeting, afhankelijk van de capaciteit van de
aangesloten apparaten.
Nederlands
Grote
afdichtmiddel (5)
(accessoire)
Metalen klem (1)
(accessoire)
≤4mm
Afb. 16
(2) Controleer of de afvoer goed werkt nadat de leidingen
zijn geïnstalleerd, zoals hieronder wordt beschreven.
Luchtuitlaat
Draagbare pomp
Emmer
• Giet voorzichtig ongeveer 1L water via de afvoeropening in
de afvoerschaal om de werking van de afvoer te controleren.
• Controleer de werking van de afvoer.
8.
HET KANAAL INSTALLEREN
Sluit het (niet standaard meegeleverde) kanaal aan.
Luchtinlaatzijde
• Monteer het kanaal en de flens aan luchtinlaatzijde (niet
meegeleverd).
• Monteer de flens op de hoofdunit met de meegeleverde
schroeven (7).
Klasse
20 · 25 · 32
Aantal plaatsen
16
• Omwikkel de flens aan inlaatzijde en de kanaalaansluiting
met aluminiumtape of vergelijkbaar product om te voorko-
men dat lucht kan ontsnappen.
VOORZORGSMAATREGELEN
Monteer altijd een luchtfilter in het kanaal wanneer u een kanaal
aansluit op de luchtinlaat. (Gebruik een luchtfilter met een ren-
dement van tenminste 50%, gemeten volgens de gravime-
trische methode.)
Het meegeleverd filter wordt niet gebruikt wanneer het inlaat-
kanaal gemonteerd wordt.
Flens
(Niet meegeleverd)
Bevestigingsbout (7)
(accessoire)
Aluminium tape
(Niet meegeleverd)
Luchtinlaatzijde
Luchtuitlaatzijde
• Monteer een kanaal met dezelfde doorsnede als de luchtuit-
laatflens.
• Omwikkel de flens aan uitlaatzijde en de kanaalaansluiting
met aluminiumtape of vergelijkbaar product om te voorko-
men dat lucht kan ontsnappen.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Vergeet niet om het kanaal te isoleren om condensvorming
te voorkomen. (Materiaal: glaswol of polyethyleenschuim,
25 mm dik)
• Gebruik niet-elektrisch geleidend isolatiemateriaal tussen
het kanaal en de wand wanneer metalen kanalen worden
toegepast en houten wanden waarin metaalprofielen aan-
wezig zijn doorkruist moeten worden.
• Vergeet niet aan de klant uit te leggen hoe de vervangingsar-
tikelen (luchtfilter, grille (zowel de luchtuitlaat als de luchtin-
laatgrille) enzovoort.) gereinigd, c.q. vervangen moeten
worden.
Koelmid-
delleiding
Afvoeruitgang
40 · 50
63
22
26
Isolatiemateriaal
(Niet meegeleverd)
Flens
Hoofdunit
Aluminium tape
(Niet meegeleverd)
Luchtuitlaatzijde
9