U kiest de gewenste modus uit:
22.1.2. Opslagmodus
In het opslagmodus kunt u uw navigatietoestel gebruiken als een wisselmedium
(bv. zoals een USB-stick). Er verschijnen twee wisselmedia op het systeem: het inter-
ne geheugen van het navigatiesysteem zelf en de (optionele) geheugenkaart, als
die in het toestel aanwezig is.
OPMERKING!
Zolang u zich in deze modus bevindt, kunt u op het toestel parallel geen
gegevens invoeren. Om verlies van gegevens te voorkomen, gebruikt u
de functie "hardware veilig verwijderen" van uw besturingssysteem. Nu
kunt u de kabel van uw navigatiesysteem verwijderen.
De assistent voor hardware-installatie herkent nu een nieuw toestel en
installeert de passende driver. Dit kan enkele minuten duren.
22.1.3. ActiveSync®-Modus
Wanneer u de ActiveSync®-Modus heeft gekozen, herhaalt u het zoeken naar een
verbinding mocht dit in eerste instantie niet succesvol zijn geweest.
Volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm. Het programma zal nu een associ-
atie tussen uw PC en het Navigatie systeem aanmaken.
OPMERKING!
Om met de GoPal Assistant te kunnen werken, moet het Navigatie sys-
teem bij het de eerste keer koppellen in ActiveSync®-Modus staan.
22.1.4. Alternatieve oplaadmogelijkheid voor de batterij
Van zodra u uw navigatietoestel op een ingeschakelde pc of notebook heeft aange-
sloten door middel van een USB-kabel, wordt de batterij opgeladen.
Daartoe hoeft er geen driver of software te worden geïnstalleerd. Onderbreek zo
mogelijk, bij de eerste ingebruikneming het laadproces niet.
OPMERKING!
Wanneer het toestel ingeschakeld is, wordt de helderheid eventueel ver-
minderd wanneer er een USB-verbinding tot stand komt.
Er wordt aanbevolen het toestel in de stand-bymodus te zetten om de
laadduur via USB te verkorten.
70 van 82