Inhoud Betreffende deze handleiding ..............5 1.1. Gebruik voor het beoogde doel ................ 6 1.2. Conformiteitsinformatie ..................6 Veiligheidsaanwijzingen ................7 2.1. Gevaren voor kinderen en personen met beperkte vermogens om apparaten te bedienen ................. 7 2.2. Veiligheid ........................7 2.3.
Pagina 3
9.2. Stand van de antenne ..................31 9.3. Montage van de autohouder ................31 9.4. Bevestiging van het navigatiesysteem in de houder.......32 9.5. Autoadapter ......................33 9.6. Navigatiesoftware starten ................34 Informatie over verkeerscontroles (optioneel) ....................35 Spraakcommando’s (optioneel) ..............38 Bluetooth (optioneel) ................41 12.1.
Pagina 4
22.2. Werken met Microsoft® ActiveSync® ............71 GPS (Global Positioning System) .............. 72 TMC (Traffic Message Channel) (optioneel) ..........73 24.1. PayTMC (optioneel) ....................73 Werken met geheugenkaarten ..............74 25.1. Geheugenkaarten invoeren ................74 25.2. Geheugenkaart verwijderen................74 25.3. Gebruik van geheugenkaarten ...............74 25.4.
Pagina 5
Persoonlijk Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Seriennummer ................. Wachtwoord ................. Verwijstekst ................. SuperPIN ................. UUID ................. Aankoopdatum ................. Plaats van aankoop ................. Het serienummer vindt u op de achterkant/onderkant van uw product. Neem dit nummer eventueel ook op in uw garantiedocumenten. Het wachtwoord en de verwijstekst voert u in via de Security-functie.
1. Betreff ende deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Volg de waarschuwingen op die op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders verkoopt of overdraagt.
Met deze apparaat wordt de volgende draadloze apparatuur meegeleverd: • Bluetooth (optioneel) (alleen bij de model E5470) Hierbij verklaart MEDION AG dat deze toestel in overeenstemming is met de es- sentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Volledige conformiteitsverklaringen vindt u onder www.medion.com/conformity. 2200...
2. Veiligheidsaanwijzingen 2.1. Gevaren voor kinderen en personen met beperkte vermogens om apparaten te bedienen • Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of ken- nis, tenzij deze personen onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn in het gebruik van het apparaat door iemand die verantwoor- delijk is voor hun veiligheid.
Daarbij bestaat gevaar voor een elektrische schok! • Om risico‘s te vermijden kunt u bij storingen contact opnemen met het Medion Service Center of een deskundig reparatiebedrijf. 2.4. Back-up LET OP! Maak steeds na het bijwerken van uw gegevens een back-up op externe opslagmedia.
2.5. Voorwaarden van uw werkomgeving Het niet naleven van deze aanwijzingen kan storingen of beschadi- ging van het toestel tot gevolg hebben. Voor deze gevallen geldt geen waarborg. • Laat uw navigatiesysteem en alle aangesloten apparatuur nooit in contact komen met vocht. Verder vermijdt u ook stof, hitte en di- recte zonnestralen.
2.7. Elektromagnetische tolerantie • Bij het aansluiten van extra of andere componenten moet u reke- ning houden met de „Richtlijnen voor elektromagnetische tole- rantie“ (EMT ). Gelieve er bovendien op te letten, dat enkel bedek- te kabels (max. 3 meter) voor de externe interfaces mogen worden gebruikt.
2.9. Bekabeling • Leg uw kabel zo, zodat niemand erop kan trappen of erover strui- kelen. • Plaats niks op de kabel om hem niet te beschadigen. • Stekkers en kabels bij het aansluiten niet forceren. Altijd op de juis- te oriëntatie van de stekkers letten.
2.11. Onderhouden reiniging LET OP! Binnenin de behuizing van het apparaat zitten er geen delen die moeten worden onderhouden of gereinigd. De levensduur van uw apparaat kan door onderstaande maatregelen beduidend worden verlengd: • Voordat u begint schoon te maken, trekt u altijd eerst de stekker uit en maak alle verbindingskabels los.
3. In de levering begrepen Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop te contacteren, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven. Met het product dat u verworven heeft, heeft u ge- kregen: •...
4. Componenten 4.1. Vooraanzicht Component Beschrijving Knippert oranje, wanneer een extra accu wordt gela- Weergave den en licht op groen, wanneer de bijkomende accu „Accu laden“ opgeladen is. Toont de gegevensoutput van het apparaat. Tik met de vinger of een gepaste stift met „stompe“ punt op het beeldscherm om menuopdrachten te selecteren of ge- gevens in te voeren.
4.2. Achteraanzicht Component Beschrijving Geeft gesproken aanwijzingen, muziek en waarschuwin- Luidspreker gen weer. 4.3. Bovenaanzicht Nr. Component Beschrijving Lang drukken schakelt het toestel in of uit. Door kort te Aan- en uit- drukken gaat u naar de standbymodus resp. haalt u het toe- schakelaar stel weer uit de slaapstand.
4.4. Linkerkant Nr. Component Beschrijving Geheugen sleuf met af- Sleuf voor de opname van een optionele geheugenkaart. dekking Aansluiting voor de verbinding met een pc via de USB-kabel Mini-USB-aan- (voor de gegevensafstemming) aansluiting voor de externe sluiting stroomvoorziening. OPMERKING! Sluit de afdekking weer na iedere handeling met de geheugenkaart. 16 van 82...
5. Eerste initialisatie Hierna wordt u stap voor stap door de eerste initialisatie van het navigatiesysteem gevoerd. Verwijder eerst de transportbeschermfolie van het scherm. 5.1. Accu laden U kunt de batterij van uw navigatiesysteem op de volgende manieren opladen: • met behulp van een autoadapter of •...
5.2. Stroomvoorziening 5.2.1. Autoadapter Steek de stekker van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting van het toestel. Steek nu de stroomadapterstekker in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functi- oneren kunnen leiden.
Pagina 20
Vervolgens hebt u volgende keuzemogelijkheden: Via de knop krijgt u een korte inleiding in de ingebruikneming van uw navigatietoestel en de software. Hier wordt onder andere de montage in het voertuig, het navigeren doorheen de software, het invoeren en beheren van navi- gatiedoelen, algemene gebruikstips enz.
Pagina 21
5.3.1. Hoofdschermen Hier vindt u een overzicht van de verschillende hoofdschermen van het hoofdmenu. Knoppen Omschrijving Scherm Kaart Navigatiemenu Extras Instellingen 20 van 82...
Pagina 22
OPMERKING! Als het menu mappen niet beschikbaar is, dan kunt u nog het naviga- tiemenu instellingen kiezen. Het menu “Extras” zal automatisch verschij- nen. Zolang uw navigatiesysteem op een extern voedingssysteem aangeslo- ten is of op accu werkt, volstaat een korte druk op de aan/uit-knop om het apparaat in- of uit te schakelen (standby mode).
6. Algemene gebruiksaanwijzingen 6.1. In- en uitschakelen Na de initiële inrichting is uw toestel in zijn normale toestand van gereedheid. Druk kort (> 0,5 sec.) op de aan- en uitschakelaar om uw navigatietoestel aan te zetten. Het controlelampje van de accu licht even op en het gebruikersscherm verschijnt.
Wanneer u geen gebruik wilt maken van een van deze drie mogelijkheden, gaat het toestel na enkele seconden automatisch in de stand-by modus. Voor verdere instellingen in de stand-by modus, zie ook hoofdstuk Bijzondere func- tie CleanUp (Engelstalig programma), punt 8. Heeft u de comfortfunctie DC AutoSuspend geactiveerd, dan verschijnt er na ver- loop van de vertragingstijd van enkele seconden eveneens dit beeldscherm.
Nadat u het wachtwoord heeft ingevoerd, verschijnt er nog een tekstveld. Voer hier de verwijstekst in, die als geheugensteuntje voor uw wachtwoord dient. Deze verwijzing kunt u dan oproepen, als u uw wachtwoord vergeten bent, resp. het verkeerd ingegeven heeft. 7.2.
7.3. SuperPIN en UUID Nadat u de instellingen ingesteld heeft, verschijnt de SuperPIN en de UUID (Univer- sally Unique IDentifier = unieke toestelidentificatie)op het scherm OPMERKING! Noteer deze gegevens in uw gebruiksaanwijzing en bewaar ze op een veilige plek. Deze gegevens heeft u nodig wanneer u het wachtwoord tot drie keer toe fout ingaf .
7.4. Instellingen achteraf instellen Wanneer u al een wachtwoord of een vingerafdruk hebt geregistreerd en nadien andere dingen wil instellen, bijvoorbeeld wanneer u uw wachtwoord wil wijzigen, start u de Security-functie op . Dan verschijnt het volgende beeldscherm. Toets Beschrijving Wachtwoord of verwijzingstekst veranderen Instellingen authentificatie (Instellingen regelen) SuperPIN en UUID aanduiden...
7.5. Opvragen van het wachtwoord Wanneer u een wachtwoord via de Security-functie heeft vastgelegd , wordt het wachtwoord, afhankelijk van de instelling, gevraagd wanneer het toestel opnieuw opgestart wordt. Geef via het toetsveld het door u gekozen wachtwoord aan. OPMERKING Het wachtwoord wordt in de vorm van sterretjes aangeduid (****).
8. Navigatiesysteem terugstellen Er bestaat een mogelijkheid om het navigatiesysteem te resetten indien het niet meer juist reageert of werkt. Bij deze mogelijkheid start het navigatiesysteem opnieuw op, zonder dat het nodig is een nieuwe installatie te doen. De Reset wordt dikwijls gebruikt om het geheugen te reorganiseren.
9. Navigatie Een uitvoerige handleiding vindt u op de bijbehorende CD/DVD. 9.1. Veiligheidstips voor navigatie Voer geen instellingen aan het navigatiesysteem uit tijdens het rijden, om uzelf en anderen niet nodeloos in gevaar te brengen! Als u een keer de gesproken aanwijzingen niet hebt verstaan of onze- ker bent, wat u bij het volgende kruispunt moet doen, dan kunt u zich met behulp van de kaart- of pijlweergave snel oriënteren.
• De richtlijnen van het navigatiesysteem ontslaan de bestuurder niet uit zijn plicht tot zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid. • Plan de routes voor u moet vertrekken. Als u tijdens het rijden een nieuwe route moet invoeren, stop dan even. • Om het GPS-signaal correct te ontvangen, mogen geen metaal- achtige voorwerpen de radio-ontvangst verhinderen.
9.2. Stand van de antenne De antenne moet een vrije zicht naar de hemel hebben voor de ont- vangst van de signalen van de GPS-satelieten. Probeer bij ontoerei- kende ontvangst verschillende mogelijkheden uit voor montage en uitrichting van de antenne in uw voertuig. 9.3.
9.4. Bevestiging van het navigatiesysteem in de houder Verbind de autoadapter en eventueel de TMC-draadantenne met het navigatie- systeem en steek er eventueel een geheugenkaart in. Zet het toestel in het midden onderaan op de schaal . Nu schuift u het toestel lichtjes naar achteren totdat het hoorbaar vergrendelt. (lijkende afbeelding) ...
9.5. Autoadapter Steek de stekker van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting aan het toestel. Steek nu de stroomadapterstekker in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functi- oneren kunnen leiden.
9.6. Navigatiesoftware starten OPMERKING! Bevat uw geheugenkaart (extra) kaarten, dan moet de geheugenkaart tijdens het gebruik van het navigatiesysteem steeds in het apparaat zit- ten. Als de geheugenkaart tijdens het gebruik verwijderd wordt, al is het kortstondig, moet een reset uitgevoerd worden om het navigatiesys- teem opnieuw te starten.
10. Informatie over verkeerscontroles (optioneel) (optioneel) Wanneer de waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroleknooppunten geïnstalleerd is verschijnt het volgende scherm: Bevestig met , wanneer u de navigatie met de waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroleknooppunten wil gebruiken. Om de waarschuwingsfunctie te configureren, tikt u in het menu Instellingen de toets Bijzondere functies configureren aan.
Pagina 37
Dan verschijnt het volgende scherm. Tik hier POI Warner aan: Tik hier Vaste (flitser) aan om de „vaste radars” in te stellen: Hier heeft u de mogelijkheid, de verkeerscontroleknooppunten op een kaart te la- ten voorstellen of deze niet aan te geven op het scherm. Hier kunt u ook instellen of u, voordat u een verkeerscontroleknooppunt bereikt, door een geluidssignaal wil verwittigd worden.
Pagina 38
De akoestische waarschuwing voor een verkeerscontrole gebeurt aan de hand van een waarschuwingstoon op een afstand van ong. 15 seconden van het verkeerscon- trolepunt. Een dubbele waarschuwingstoon volgt dan op een afstand van ong. 7 se- conden. Een viervoudige waarschuwingstoon wijst op een te hoge snelheid. Boven- dien wordt door een benaderingsbalkje (onderaan links op uw scherm) de afstand tot het verkeerscontroleknooppunt aangegeven.
11. Spraakcommando’s (optioneel) Tijdens het navigeren kan de spraakinvoermodus worden geactiveerd door gedu- rende enkele seconden op het touchscreen te drukken of via een korte druk op de volumeknop. En korte signaaltoon duidt erop dat het navigatiesysteem klaar is voor spraakopdrachten.
Pagina 40
Geldigheidsgebied Commando Lijstcommando’s volgende pagina | lager | naar beneden vorige pagina | hoog | naar boven Hoofdmenu nieuwe bestemming [invoeren] | Adres invoeren [naar de] (kaart | kaartweergave | kaartafbeelding) Instellingen | Opties andere (toepassingen | applicaties) | extra toepassingen | extras wegbeschrijving | routebeschrijving Routes | Route-opties | Route-instellingen | Routes...
12. Bluetooth (optioneel) De Bluetooth-technologie wordt gebruikt om korte afstanden draadloos te over- bruggen. Bluetooth-toestellen verstuurt gegevens via radiosignalen zodat andere toestellen die deze technologie ook ondersteunen zonder kabels met elkaar kun- nen communiceren. Vooraleer u uw navigatiesysteem als handsfree installatie met uw Bluetooth gsm kunt gebruiken, dienen de beide toestellen op elkaar afgestemd te worden (koppe- ling).
Pagina 43
Toets Naam Beschrijving Oproep- Toont een lijst van de uitgaande en ontvangen protocol gesprekken. Toegang tot het postvak van uw mobieltelefoon. Bericht U kunt berichten ontvangen, schrijven en versturen. Raadplegen van de op de mobieltelefoon opgeslagen Contacten contacten. De ondersteuning van deze functie is bij elke mobieltelefoon anders.
Bij de verbinding met de handenvrijfunctie gebeurt het zoeken naar een toestel in principe door uw navigatietoestel. Afhankelijk van het type gsm kan de functieomvang van de handenvrije modus beperkt zijn (zie ook compatibiliteitslijst op http://www.medion.com/nl/service/. Activeer de bluetooth-functie op uw gsm. OPMERKING! Elke gsm doet dat weer op een andere manier.
Uw gsm herkent het navigatietoestel. Er wordt gevraagd om een 4-cijferige PIN-code in te voeren. Voor uw navigatietoestel luidt dit 1 2 3 4. Vervolgens moet de verbinding door een of meerdere bevestigingsmeldingen op uw gsm aanvaard worden. Daarna staat de handenvrijbellenfunctie ter be- schikking via het navigatiesysteem.
12.5. Binnenkomende berichten lezen of laten voorlezen In zoverre uw gsm deze functie ondersteunt, kunt u binnenkomende berichten le- zen, of bijkomend ook laten voorlezen. Activeer daarvoor de keuzemogelijkheid Show en lezen onder Instellingen, Bericht. Bij een binnenkomend bericht wordt eerst het telefoonnummer resp. jet contact uit het telefoonboek voorgelezen.
12.6. Tijdens een oproep Toets Beschrijving Oproep beëindigen Geluid uitschakelen (mute) voor microfoon- en volume-instellin- Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon 46 van 82...
13. MP3-speler (optioneel) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem ook over een MP3-speler. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op het knop MP3-Player. U kunt de mp3-speler ook vanuit de navigatiesoftware opstarten. Alle MP3-bestanden op de geheugenkaart kunnen in een favorietenlijst worden op- geslagen en kunnen worden afgespeeld.
Hier kunt u de instellingen van de MP3-speler doorvoeren. 13.1.1. Nummer kiezen en opslaan in de favorietenlijst Om een nummer te kiezen, druk op en kies het nummer dat u in de favorieten- lijst wilt opslaan. U hebt hier drie mogelijkheden om de nummers te markeren. U hebt hier drie mogelijkheden om de nummers te markeren: Druk op om alle nummers en alle ondergeschikte folders te markeren.
13.1.2. Favorietenlijst Door op te drukken komt u in de favorietenlijst: Alle nummers verwijdert u met Afzonderlijke nummers verwijdert u met Bevestiging met voor het opslaan van de nieuwe keuze in de favorietenlijst. 13.2. Lijst van de vastgelegde leestekens Door te tippen op komt u in de lijst met de vastgelegde leestekens: ...
14. Picture Viewer (optioneel) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Picture Viewer. Met de Picture Viewer kunt u foto’s in jpg-formaat bekijken die zich op de geheu- genkaart van uw navigatiesysteem bevinden. Alle foto’s die zich op de geheugen- kaart bevinden zijn onmiddellijk te bekijken.
14.2.1. Grote foto Klik bij de grote foto onderaan op het beeldscherm om het bedieningspaneel te activeren: Toets Beschrijving Draaien 90° met de klok mee Raster invoegen Vorige foto Dia-Show starten Diashow stopzetten Volgende foto Draaien 90° tegen de wijzers van de klok in 51 van 82...
Pagina 53
Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de kleine foto’s. Door op het symbool (raster invoegen) te drukken, wordt de foto in 6 velden on- derverdeeld. Door op een vierkant te klikken, wordt dat deel van de foto vergroot: ...
15. Travel Guide (optioneel) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Travel Guide. De Travel Guide geeft algemene informatie over verschillende aspecten van bepaal- de steden of regio’s in Europa, zoals bv. bezienswaardigheden, restaurants, cultuur en reisinformatie. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Travel Guide.
Pagina 55
Als u een bepaald onderwerp hebt gekozen, bevestig dan door op te klik- ken. De navigatiesoftware kan dan naar het betreffende adres gaan. Toets Beschrijving Vorige scherm Toont het adres van de gekozen categorie Toont beschikbare foto’s van de gekozen categorie Door op deze knop te drukken, kunt u direct naar het gekozen adres toe navigeren.
16. Waar ben ik? (optioneel) Üia de functie Waar ben ik? ontvangt u informatie over uw huidige locatie, mits een GPS-signaal beschikbaar is. Tik in het menu Extra’s op de knop Waar ben ik? U kunt de huidige positie aan uw favorieten tovoegen.: Tik hierto op Huidige positie opslaan.
17. Eco Expert (optioneel) Deze functie biedt u via een puntensysteem informatie over de milieuvriendelijk- heid van uw rijstijl en bevat tips voor een milieuvriendelijk rijgedrag (ecotips). 17.1. Overzicht van het hoofdscherm Klik in het menu Extra’s op de knop Eco Expert. Een actueel overzicht vindt u onder Eco-punten vandaag.
Pagina 58
U kunt het puntenaantal op elk gewenst moment terugzetten door op de knop Punten terugzetten te tikken. Onder Eco-punten afgelopen 30 dagen kunt u de gegevens van de afgelopen 30 dagen bekijken. Tik in het hoofdscherm op Instellingen om verschillende aanpassingen uit te voeren: 57 van 82...
18. AlarmClock (wekfunctie) (optioneel) Afhankelijk van de software is uw navigatiesysteem uitgerust met een AlarmClock / wekfunctie. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Alarm Clock. De wekfunctie kan zowel als normale wekker fungeren wanneer het toestel uitge- schakeld is (standbymodus/ energiebesparingsmodus) alsook als herinnering tij- dens de lopende navigatie.
18.2. Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Huidige systeemtijd Instelmodus (instellen van volume, systeemtijd en alarmgeluid) Nachtmodus (stand-by modus) Nieuwe instelling/Deactiveren van de wekfunctie Instellen van de wekuur Wissen van de invoer Bevestigingstoets Volume verminderen / vehogen Terug naar het vorige menu 18.2.1.
Toets op om het uur in te stellen. OPMERKING De systeemtijd wordt ge-update bij GPS-ontvangst. Let daarbij ook op de juiste instelling van de tijdzone. 18.3. Keuze van een wektoon Om een wektoon uit te kiezen, tikt u op Kies de gewenste map en bevestig deze keuze met de -knop.
Kies, zoals beschreven bij de MP3-speler, de gewenste wektoon uit en bevestig deze met De uitgekozen wektoon wordt door een gekenmerkt. Sluit de toepassing met 18.4. Volume instellen Door de toets aan te toetsen kunt u het volume van het weksignaal aanpassen. OPMERKING Het hier geconfigureerde volume heeft enkel betrekking op het weksig- naal en wijzigt het volume van de gesproken navigatie of van de andere...
18.5. Snoozefunctie Als de wekker afgaat op het aangeduide uur, kunt u het weksignaal via de snooze- functie op regelmatige tijdstippen laten herhalen: Toets op om de snoozefunctie te activeren. Om de dag nadien weer op het ingegeven tijdstip gewekt te worden, beëindigt u de snoozefunctie.
19. Sudoku (optioneel) Afhankelijk van de software is uw navigatiesysteem uitgerust met het spel Sudoku. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Sudoku. Sudoku is een cijferraadsel. Het speelveld is vierkant en in negen blokken onderver- deeld.
19.2. Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Spel starten Deze toets toont u tips voor oplossingen. Duwt u nog een keer op de toets, dan verdwijnen de tips weer. Deze toets toont oplossingen voor de vakken met getallen. Duwt u opnieuw op de toets, dan verdwijnen de oplossingen. Deze toets start een nieuw Sudoku-spel.
19.3.1. Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Lijst voor de invoer van getallen Keuzelijst van het invoeren van getallen in de getallenvakken. Het gekozen getal word gemarkeerd en kan door het aantikken van een getallenvak in dit vak worden ingevoerd. Invoer U markeert eerst een getal in de getallenlijst, dat in een bepaald vak zou moeten verschijnen.
21. Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma) De CleanUp-functie dient voor het gericht wissen van pc-gegevens die niet langer gebruikt worden. OPMERKING! Gebruik deze functie zeer voorzichtig aangezien er gegevens gewist kunnen worden die dan handmatig hersteld moeten worden. De CleanUp-functie wordt geactiveerd wanneer onmiddellijk na de starttoon na een reset kortstondig de „o“...
Pagina 68
6. Format Flash Formatteert het interne “My Flash Disk” geheugen. Bij een uitgebreide foutcorrectie kan deze formattering eventueel noodzakelijk zijn. Na de uitvoering van de format- functie is het noodzakelijk het scherm opnieuw te kalibreren. Ook worden alle ge- gevens in het interne “My Flash Disk” geheugen gewist, zonder kans op herstelling (kijk Remove All).
9. Auto Mass Storage Hiermee bestuurt u de werking van het apparaat bij aansluiting aan een USB-poort. Bij de instelling Auto Mass Storage: Off kunt u kiezen tussen de modus voor massa- opslag en de ActiveSync®-modus. Bij de instelling Auto Mass Storage: On schakelt het apparaat automatisch in de modus voor massaopslag.
Pagina 70
WAARSCHUWING! Bij de installatie van software kunnen belangrijke bestan- den overschreven en gewijzigd worden. Om bij eventuele problemen na de installatie op de originele bestanden te kunnen teruggrijpen, dient u voor de installatie een back- up van de harde schijf te nemen. OPMERKING! De navigatiesysteem nog niet met uw PC verbinden.
U kiest de gewenste modus uit: 22.1.2. Opslagmodus In het opslagmodus kunt u uw navigatietoestel gebruiken als een wisselmedium (bv. zoals een USB-stick). Er verschijnen twee wisselmedia op het systeem: het inter- ne geheugen van het navigatiesysteem zelf en de (optionele) geheugenkaart, als die in het toestel aanwezig is.
22.2. Werken met Microsoft® ActiveSync® Zodra u uw navigatiesysteem met uw PC verbindt wordt ActiveSync® automatisch opgestart. Het programma controleert, of het om een toestel gaat waarmee een partnerschap is afgesloten. Als dat zo is, dan worden de wijzigingen op de PC en op het navigatiesysteem, die sinds de laatste synchronisatie hebben plaatsgevonden, met elkaar vergeleken en gecoördineerd.
23. GPS (Global Positioning System) Het GPS is een satellietondersteund systeem voor de positiebepaling. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde cirkelen is een tot op enkele meters nauwkeuri- ge plaatsbepaling op aarde mogelijk. De ontvangst van de satellietsignalen gebeurt via de antenne van de ingebouwde GPS-ontvanger die daarvoor een „vrij zicht“...
24. TMC (Traffi c Message Channel) (optioneel) Traffic Message Channel (TMC) is een digitale radio-datadienst, die op een verge- lijkbare manier als RDS werkt en gebruikt wordt voor het verzenden van informatie over verkeersstoringen aan geschikte ontvangers. De verkeersinformatie wordt voortdurend via FM verzonden. Omdat dit signaal constant wordt uitgezonden is de gebruiker minder afhankelijk van de verkeersinformatie, die enkel om het halve uur wordt uitgezonden.
25. Werken met geheugenkaarten 25.1. Geheugenkaarten invoeren Neem de geheugenkaart (optioneel) voorzichtig uit de verpakking (indien be- schikbaar). Let er op, dat u de contacten niet aanraakt en dat ze niet vuil worden. Breng de geheugenkaart in de kaartensleuf in, waarbij de aansluiting naar de contacten naar voren moeten wijzen.
25.5. Bijkomende Kaarten Uw navigatiesysteem is standaard al met gedigitaliseerde kaarten in het interne ge- heugen en/of op een geheugenkaart uitgerust. Naargelang de uitvoering zijn er bijkomende gedigitaliseerde kaarten op uw CD/ DVD. Deze kaarten kunt u onmiddellijk naar een geheugenkaart kopiëren. Het ge- bruik van een externe kaartlezer wordt hiervoor aanbevolen (zie ook pag.
25.5.3. Kopiëren van installatiebestanden en kaartengegevens naar het interne geheugen OPMERKING! Om gegevens te kunnen overdragen moet uw navigatietoestel via Acti- veSync ® met de computer zijn verbonden. Uw toestel beschikt over een intern, permanent geheugen in de map \My Flash Disk.
27. Service 27.1. Fouten en mogelijke oorzaken Het navigatiesysteem reageert niet meer of gedraagt zich atypisch. Voer een Reset uit. Het navigatiesysteem wordt door ActiveSync® enkel als gast herkend. • Zie informatie „22.1.5. Werken met Microsoft® ActiveSync®“ op blz. 71. De GPS-ontvanger kan niet geïnitialiseerd of gevonden worden.
27.3. Transport Volg volgende tips als u uw apparaat wilt transporteren: • Bij grote temperatuurs- of vochtigheidsverschillen kan er zich door condensatie vocht opladen binnenin het apparaat. Dit kan tot een elektrische kortsluiting lei- den. • Gebruik een beschermhoes die uw apparaat beschut tegen vuil, vocht, schokken krassen.
29. Technische specifi caties Parameter Gegevens Mitac CA-052-00U-00 Stroomvoorziening Ingang: 12-24V DC 1300 mA met stroomadapterkabel voor sigaret- Zekering: F2AL/250V tenaansteke Uitgang: 5V 2A (max.) Accu Li-Ion, 3,7 V Type geheugenkaart Micro-SD Bluetooth (optioneel) Class 2 USB- aansluiting USB 2.0 Afmetingen ca.
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Vermenigvuldiging in mechanische, elektronische of enige andere vorm zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden. Het copyright berust bij de firma: Medion AG Am Zehnthof 77 45307 Essen Duitsland Technische wijzigingen voorbehouden.
32. Index Vooraanzicht ..........14 Conformiteitsinformatie ......6 Aan- en uitschakelaar ......15 DC AutoSuspend ........67 Accuwerking ..........11 Dikwijls gestelde vragen ......76 ActiveSync®-Modus ........70 Afvalverwijdering ........78 Eco Expert ............56 AlarmClock (wekfunctie) ......58 Eerste initialisatie Alarm Clock (Wekfunctie) Accu laden..........17 Beëindigen ..........62 Stroomvoorziening ......18 Hoofdscherm .........58 Toestel in- en uitschakelen ....18 Keuze van een wektoon .....60...
Pagina 83
systeem in de houder .....32 Back-up ............8 Montage van de autohouder ...31 Bekabeling ..........11 Navigatiesoftware starten ....34 Elektromagnetische tolerantie ..10 Stand van de antenne ......31 Navigatie ..........29 Navigatiesysteem terugstellen Omgevingstemperatuur .......9 Hard Reset ..........28 Onderhouden reiniging .....12 Reset ............28 Veiligheid ............7 Veiligheidsraadgevingen Omgevingstemperatuur ......9 Aansluiten ..........10...