12. Bluetooth (optioneel)
De Bluetooth-technologie wordt gebruikt om korte afstanden draadloos te over-
bruggen. Bluetooth-toestellen verstuurt gegevens via radiosignalen zodat andere
toestellen die deze technologie ook ondersteunen zonder kabels met elkaar kun-
nen communiceren.
Vooraleer u uw navigatiesysteem als handsfree installatie met uw Bluetooth gsm
kunt gebruiken, dienen de beide toestellen op elkaar afgestemd te worden (koppe-
ling).
OPMERKING!
Gelieve in de handleiding van uw gsm op te zoeken hoe u de Blue-
tooth-functie kunt inschakelen.
12.1. Bluetooth-toepassing opstarten
Klik op optie Bluetooth Dialer.
OPMERKING!
Als Bluetooth manueel werd gedeactiveerd, dient de functie ‚actief ge-
bruik' eerst opnieuw te worden geactiveerd (toestelafhankelijk).
Nu verschijnt het Bluetooth hoofdscherm op uw navigatiesysteem.
12.2. Overzicht van het hoofdscherm
41 van 82