nl Uw apparaat leren kennen
Symbool
Verwarmingsmetho-
de en temperatuurbe-
reik
3D hetelucht
30 - 275 °C
Hetelucht Eco
125 - 275 °C
coolStart- functie
30 - 275 °C
Pizzastand
30 - 275 °C
Onderwarmte
30 - 250 °C
Langzaam garen
70 - 120 °C
Grill, groot
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Circulatiegrillen
30 - 275 °C
Boven- en onder-
warmte
30 - 275 °C
Meer functies
Hier vindt u een overzicht van bijkomende functies van uw apparaat.
Symbool
Functie
Programma's
Zelfreiniging
4.4 Temperatuur en instelstanden
Bij de verwarmingsmethoden en functies zijn er ver-
schillende instellingen.
De instellingen verschijnen op het display.
Tot 100 °C kan de temperatuur in stappen van 1 graad
worden ingesteld, daarboven in stappen van 5 graden.
Opmerking: Bij de instelling grillstand 3 verlaagt het
apparaat na ca. 20 minuten op grillstand 1.
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
8
Gebruik en werkwijze
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voorzichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het product wordt in fases bereid met
behulp van restwarmte.
Houd de deur van het apparaat tijdens het garen gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in
de circulatieluchtmodus en de energieklasse gebruikt.
Diepvriesproducten snel bereiden, zonder voor te verwarmen.
Richt u bij de temperatuur en de bereidingstijd naar de gegevens van de fabri-
kant op de verpakking. De maximaal vermelde temperatuur instellen, de berei-
dingstijd zoals aangegeven of korter instellen. De gerechten op hoogte 3 in-
schuiven.
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de
achterwand zijn ingeschakeld.
Gerechten nabakken of au bain-marie koken.
De warmte komt van onderen.
Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onde-
ren.
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerechten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmingsmethode is bijzon-
der geschikt voor gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van het energiever-
bruik in de conventionele modus.
Gebruik
Geprogrammeerde instelwaarden voor verschillende gerechten gebruiken.
→ "Programma's", Pagina 13
De reinigingsfunctie instellen die de binnenruimte bijna automatisch reinigt.
→ "Zelfreiniging ", Pagina 20
Wanneer het apparaat verwarmt, wordt op het display
het symbool voor de temperatuurindicatie gevuld.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het plaatsen van het gerecht bereikt zodra het symbool
helemaal gevuld is.
Restwarmte-indicatie
Als u het apparaat uitschakelt, geeft het symbool op
het display de restwarmte in de binnenruimte weer.
Hoe verder de temperatuur in de binnenruimte daalt,
hoe minder het symbool gevuld is.