2
Controle
2.1 Controle door operator
2.2 Terugkerende controle
Pagina 6
PFT-TRANSPORTSYSTEEM Deel 2 Overzicht - Bediening
Voor begin van elke dienst, dient de operator de werking van
de regel- en veiligheidsinrichtingen en de juiste aanbrenging
van de beschermingsinrichting te controleren.
Tijdens het bedrijf dienen bouwmachines door de operator
op bedrijfsveilige toestand te worden gecontroleerd.
Worden gebreken aan de veiligheidsinrichtingen of andere
gebreken, die het veilige bedrijf beïnvloeden, vastgesteld,
dient de leiding onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld.
Bij gebreken, die personen in gevaar brengen, dient het bedrijf
van de bouwmachine te worden stilgezet tot de gebreken zijn
verholpen.
Bouwmachines dienen overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden naar behoefte, echter minimaal een
keer per jaar, door een deskundige op bedrijfsveilige toestand
te worden gecontroleerd.
Drukvaten dienen de voorgeschreven controles te ondergaan.
De controleresultaten dienen te worden gedocumenteerd
en minimaal tot de volgende controle te worden bewaard.