Inhoudsopgave
Advertenties
Deze instelling bevestigen!
Kortsluitingen aan de inrijsporen kunt u vermijden wanneer u
de railverbinders van de inrijsporen aan beide zijden door
geïsoleerde railverbinders vervangt. Hiermee bereikt u dat er
tussen de van de stroom voorzien van de draaibrug en de
overgangen
geen
kortsluitingen
eventueel een uitschakelen van de modelspoorbaan.
Aanwijzing: 3-rail draaischijven kennen dit probleem vanuit het
systeem niet.
CH2
In het menu CH2 (Check2) kunt u uw LocoNet- of DCC-
signaalverbinding naar de TURN-CONTROL testen.
LocoNet heeft bij data uitwisseling altijd voorrang t.o.v. DCC
Het aanwezig zijn van een actief LocoNet- resp. DCC-
signaal kunt u zo controleren
Druk net zolang op de bovenste groene toets SEL
totdat het menu CH2 wordt weergegeven.
Het apparaat controleert direct en al naar gelang het gevonden
resultaat wordt dit resultaat in het display van de TURN-
CONTROL op de plaats van het overgangsnummer met de
volgende code weergegeven:
0
geen LocoNet of DCC gevonden
1
LocoNet gevonden
2
DCC gevonden
3
LocoNet en DCC gevonden
rES
Let op! Met het menu Reset rES stelt u de fabriekstoestand
van het apparaat weer in. Al uw gegevens worden gewist!
Bedenk goed welke instellingen aanwezig waren en of u deze
allemaal nog kunt herprogrammeren.
Wanneer u dan toch een Reset wilt uitvoeren druk
dan op de groene toets
Alle
instellingen
worden
fabrieksinstellingen.
Hierna beschrijven we het digitaalbedrijf van de TURN-
CONTROL.
3. Digitaalbedrijf
TURN-CONTROL kan digitaal worden gebruikt via LocoNet
compatible centrales (b.v. TWIN-CENTER 6802) en DCC
systemen.
Het verdraaien van de draaibrug binnen het bedrijf is ook via
LocoNet mogelijk resp. door het decoderen van de DCC
opdrachten, die via de ingang van het railsignaal worden
ingevoerd.
De geprogrammeerde draaibrugovergangen 1-99 komen
overeen met de magneetartikeladressen 201 t/m 299.
Indrukken van de rode toets op het TWIN CENTER betekent
daarbij dat het draaibrugeinde met het draaibrughuis naar de
gekozen overgang gedraaid moet worden. Bij het indrukken
van de groene toets wordt het draaibrughuis naar het
tegenoverliggende einde van de draaibrugovergang gedraaid.
Wanneer u de rode resp. de groene toets op het TWIN-
CENTER indrukt en de draaibrug staat al op de gekozen
ontstaan
en
daarmee
teruggezet
naar
de
juiste positie dan kiest u enkel de actieve zijde van de
draaibrug uit. Er wordt geen 180° draaiing uitgevoerd.
Een 180° draaiing van de draaibrug links of rechts wordt
gestart via het magneetartikeladres 200: rood - rechts (in
klokrichting), groen - links (tegen de klok in).
De aansturing van de TURN-CONTROL door een Märklin
Control-Unit 6021 wordt ook mogelijk wanneer het LocoNet
via een Loconet-adapter art. 63820 van Uhlenbrock wordt
aangesloten op de 6021.
De ontvangen geldige data via LocoNet of via de railingang
(DCC)
wordt
in
het
"weergegeven. Het symbool blijft net zolang actief totdat de
gewenste positie is bereikt.
Op onzinnige DCC- of LocoNet-opdrachten reageert de
TURN-CONTROL niet. Er wordt dan echter een foutsymbool „
"en een foutcode weergegeven (zie bijlage).
Wordt via DCC of LocoNet een nieuwe "moet" positie van de
draaibrug doorgegeven dan gaat de weergave van de TURN-
CONTROL direct naar de moet positie
Op RESET pakketten via DCC of LocoNet reageert de TURN-
CONTROL niet hij gaat gewoon verder.
Bij een magneetartikelopdracht worden niet de 48 mogelijke
posities
van
een
draaibrug
geprogrammeerde overgangen via de geprogrammeerde
nummers 1 t/m 99. Met een foute MA-opdracht
hierdoor geen foutieve beweging!
Op deze manier (U hebt 99 mogelijke overgangsnummers ter
beschikking) kunt u bij gebruik van verschillende nummers op
verschillende
draaischijven
meerdere TURN-CONTROLs van buitenaf aansturen.
Houdt daarbij goed de overgangsnummers in de gaten die u
op de verschillende draaischijven heeft gebruikt. Eenzelfde
overgangsnummer mag niet meerdere malen voorkomen en
ook niet voor andere magneetartikelen op uw modelspoorweg.
Aanwijzing: bij TWIN-CENTER 6802, versie 1.0 en 1.1 moeten
de magneetartikeladressen eerst overeenkomstig de tabel (zie
bijlage) worden toegewezen.
4. Bijlage
In de bijlage willen wij u nog op een paar bijzonderheden van
de TURN-CONTROL attent maken.
Fouten worden in het display met het symbool „ " en een
codecijfer weergegeven.
Daarbij betekent:
1.
Bij
het
programmeren
overgangsnummer al bezet.
2.
Het apparaat werd door onderbreking van de
stroomtoevoer uitgeschakeld en staat bij het opnieuw
inschakelen op een tussen positie.
3.
Bij het draaien van de draaibrug werd het rasterpunt
te vroeg bereikt.
4.
Bij het draaien van de draaibrug werd het rasterpunt
te laat bereikt.
5.
Bij DCC- of LocoNet bedrijf de verkeerde overgang
gekozen.
6.
Kortsluiting
7.
In
bedrijf
geen
verbinding onderbroken.
display
door
een
symbool
aangesproken,
meerdere
draaischijven
is
het
draaischijf
aangesloten
„->
maar
de
start u
via
gewenste
resp.
Advertenties
Inhoudsopgave
