In het display verschijnt „48". In de cirkel om het getal
48
knipperen
overgangen weergeven.
Aanwijzing: Wanneer u per ongeluk met de draaiknop verder
heeft gedraaid dan wenselijk was, draai dan gewoon door tot
uw keuze opnieuw in het display verschijnt. U kunt de
draaiknop ook in tegengestelde richting draaien.
Voor het bevestigen van uw keuze druk u nu kort op de rode
draaiknop. TURN-CONTROL geeft nu aan dat uw draaischijf
48 mogelijke overgangen heeft.
Daar we in ons voorbeeld van een schakelbare „C"- draaibrug
uitgaan, moeten we dit nog aan de TURN-CONTROL
opgeven.
Na het indrukken van de rode knop is de informatie van de
draaibrug veranderd. Het rechter en linker draaibrugdeel
knipperen afwisselend. Dit geeft aan dat de TURN-CONTROL
al van een „C" draaibrug uitgaat.
Druk nu kort op de rode draaiknop en bevestig deze
informatie
Belangrijke informatie: Wanneer u een draaischijf heeft
zonder schakelbare overgangen (geen „C") , draai dan de
rode schakelknop totdat de beide draaibrugdelen in het display
gelijktijdig knipperen. Dit is de instelling voor een „normale"
draaibrug. Bevestig dit door het indrukken van de rode
draaiknop.
De volgende stap is het synchroniseren van de weergegeven
positie van het draaibrughuis in het display met de
daadwerkelijke
positie
modelspoorweg.
In het menu CnF beweegt u door het draaien van de
rode draaiknop de draaibrug op de juiste bestaande
positie.
Druk op de rode draaiknop om dit te bevestigen.
Het beeld verandert automatisch naar menu SEL.
Nu al kunt u alle draaibrugposities „stap voor stap" (d.w.z. per
draaibeweging van de rode draaiknop wordt één rasterpositie
van de draaibrug aangestuurd) bereiken indien u de rode
draaiknop (opnieuw) beweegt.
In ons voorbeeld willen we echter van de in fig. 7 getoonde
stand van de draaibrug uitgaan.
Nieuw verschenen in het display zijn de beide pijlen
rechtsonder in fig. 7. U kunt daarmee bepalen of de actieve
overgang
van
de
draaibrug
draaibrughuis (linker pijl) of aan de tegenoverliggende zijde
(rechter pijl) moet liggen. Keuze door de (onderste) groene
knop naast het symbool < -- >.
Voor ons voorbeeld kiezen we voor de linker zijde (=
draaibrughuiszijde) als actieve zijde.
48
streepjes
die
de
van
het
draaischijfhuis
aan
de
zijde
mogelijke
Fig. 7 keuze van de actieve overgangszijde
2.4 Overgangen programmeren
Als tweede stap voert u nu de daadwerkelijk op uw
modelspoorweg aanwezige overgangen in op de TURN-
CONTROL, b.v. 4 inrijsporen (nr. 1 t/m nr. 4).
In principe kunt u de overgangen ook zonder aangesloten
draaischijf programmeren.
Druk op de groene (menu) toets „SEL"
op
de
Fig. 8 naar positie draaien
van
het
„SEL" veranderd in „Pro" (=programmeren) (fig. 8).
In ons voorbeeld is de eerste overgang in positie „9 uur". De
draaibrug staat dus al op de goede plaats.
Aanwijzing: Anders moet u door het draaien van de rode
draaiknop
draaibrugsymbool in het display meedraait. Is de draaischijf
aangesloten dan draait deze ook mee.
Druk net zolang op de groene knop tot alleen de
linker pijl nog te zien is.
naar de juiste positie
Druk nu ter bevestiging op de middelste groene toets
„
" of de rode draaiknop. In het vervolg noemen we
dit „bevestigen".
draaien
waarbij het