Foutcode
Foutcategorie
0xFF0204
Kritiek
0xFF0301
Kritiek
0xFF0304
Kritiek
0xFF0401
Kritiek
0xFF0404
Kritiek
0XD20002
Kritiek
0x403005
Kritiek
0x100025
Niet kritiek
0x100029
Niet kritiek
0x100030
Niet kritiek
0x100031
Niet kritiek
Soort fout
Laden is niet mogelijk
door kritieke temperatuur
(sensor aan het relais).
Door lage temperatuur
(sensor in het ingangstra-
ject of aan de uitgang van
lastrelais 1) is laden niet
mogelijk.
Door kritieke temperatuur
(sensor in het ingangstra-
ject of aan de uitgang van
lastrelais 1) is laden niet
mogelijk.
Door lage temperatuur
(sensor in het uitgangstra-
ject of aan de ingang van
lastrelais 2) is laden niet
mogelijk.
Door kritieke temperatuur
(sensor in het uitgangstra-
ject of aan de uitgang van
lastrelais 2) is laden niet
mogelijk.
Interne communicatiefout
tussen voedingskaart en
comm-board bij opstarten.
Fout bij het bijwerken van
het softwaregedeelte van
de vermogenscontroller.
Temperatuurcompensatie
van de LED's is mislukt.
Het slijtageniveau van het
flashgeheugen bedraagt
50%
Geheugenruimte voor door
gebruiker gedefinieerde
gegevens is volledig bezet.
Geheugenruimte voor
gegevens over laadproces-
sen is volledig bezet.
Corrigerende maatregel
Wacht tot de lader is afgekoeld tot een aanvaardbare
bedrijfstemperatuur. Zorg ervoor dat de omge-
vingstemperatuur niet te hoog is. Als de lader wordt
geïnstalleerd op een plek waar hij wordt blootgesteld
aan direct zonlicht of waar weinig luchtcirculatie is,
kan dit leiden tot een temperatuurstijging.
Wacht tot de lader is opgewarmd tot een geschikte
bedrijfstemperatuur. Zorg ervoor dat de omgevings-
temperatuur niet te laag is en binnen de werkingsli-
mieten van de lader ligt.
Wacht tot de lader is afgekoeld tot een aanvaardbare
bedrijfstemperatuur. Zorg ervoor dat de omge-
vingstemperatuur niet te hoog is. Als de lader wordt
geïnstalleerd op een plek waar hij wordt blootgesteld
aan direct zonlicht of waar weinig luchtcirculatie is,
kan dit leiden tot een temperatuurstijging.
Wacht tot de lader is opgewarmd tot een geschikte
bedrijfstemperatuur. Zorg ervoor dat de omgevings-
temperatuur niet te laag is en binnen de werkingsli-
mieten van de lader ligt.
Wacht tot de lader is afgekoeld tot een aanvaardbare
bedrijfstemperatuur. Zorg ervoor dat de omge-
vingstemperatuur niet te hoog is. Als de lader wordt
geïnstalleerd op een plek waar hij wordt blootgesteld
aan direct zonlicht of waar weinig luchtcirculatie is,
kan dit leiden tot een temperatuurstijging.
Start de lader opnieuw op. Als de fout nog
steeds wordt weergegeven na herhaaldelijk
opnieuw opstarten, neem dan contact op met
de klantenservice.
Start de update opnieuw. Als de fout nog steeds
wordt weergegeven na herhaaldelijke pogingen,
neem dan contact op met de klantenservice.
Start de lader opnieuw op. De lader kan nog steeds
worden gebruikt, maar de kleur van de LED's komt
mogelijk niet overeen met de beschrijving in deze
handleiding. Gebruik indien nodig de configuratie
van de lader om de juiste systeemstatus te bepalen.
Start de lader opnieuw op. Als de fout nog
steeds wordt weergegeven na herhaaldelijk
opnieuw opstarten, neem dan contact op met
de klantenservice.
Verwijder onnodige of verouderde door de
gebruiker gedefinieerde gegevens, zoals items in
de autorisatielijst van het voertuig, om opslagruimte
vrij te maken. Dit kan worden gedaan via de
configuratie-instellingen van de lader.
Verwijder onnodige of verouderde laadsessiegege-
vens om opslagruimte vrij te maken. Dit kan worden
gedaan via de configuratie-instellingen van de lader.
29