3 . Volg de stappen in de app .
Apple App Store
Google Play Store
5.3
IN FOR MATIE IN HE T OV E RZ ICHT
De systeeminformatie wordt weergegeven in het
overzicht.
De achtergrond van het overzicht heeft de kleur van
de LED-laadstatus op het voorpaneel, zie weergave- en
bedieningselementen.
De volgende systeeminformatie wordt weergegeven:
•
Laadstatus
·
Geen voertuig aangesloten
·
Voertuig is aangesloten
·
Voertuig laadt
·
Laadpauze
·
Laden voltooid
·
Laadfout
·
Momenteel is laden niet mogelijk
•
Oplaadenergie waarmee het voertuig momenteel wordt
opgeladen
•
Maximale laadstroom (A)
•
Apparaatgegevens van de interne elektriciteitsmeter
van de lader: Fabrikant/type, status, hardwareversie,
softwareversie, serienummer, kalibratiedatum,
werktijden, meterstand
•
Energieverbruik in de vorm van een laadcurve:
Een grafische voorstelling van het energieverbruik
in kWh is zichtbaar voor de huidige laadsessie .
•
Geeft de netwerkstatus voor alle netwerken weer:
ethernet, WLAN, LTE, OCPP, HEMS
Mogelijke status: Verbonden, Niet verbonden,
Niet ingesteld
De volgende acties zijn beschikbaar als een voertuig
is herkend of als er een laadsessie aan de gang is:
•
Selecteer 'Laadsessie starten' om de laadsessie voor
het aangesloten voertuig eenmalig te starten, zie ook
5.4.1 Laden starten .
•
Selecteer 'Laadsessie stoppen' om de laadsessie voor het
aangesloten voertuig te stoppen, zie ook 5.4.4 Laden
stoppen .
5.4 VOERTUIG LADEN
5.4.1 LA D EN STA RTEN
1 . Sluit de laadkabel aan op het voertuig .
De lader autoriseert het laden en start de laadsessie
op een van de hieronder beschreven manieren:
•
Vrij laden
De lader autoriseert het laden zonder enige interactie
tussen de gebruiker en het voertuig. Standaardinstelling:
geactiveerd.
•
Privé laden
De lader autoriseert het laden enkel na een verificatie.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschil-
lende verificatiemogelijkheden.
i
Als OCPP is geactiveerd en er een verbinding is met
de OCPP-backendserver, wordt de laadautorisatie
altijd geactiveerd door de OCPP-backendserver.
Voorwaarde: vrij laden moet worden uitgeschakeld
in de configuratie van de lader.
Verificatie
Beschrijving
RFID
De gebruiker
houdt een RFID-
kaart tegen de
sensor op het
voorpaneel van
de lader.
Ladercon-
De gebruiker
figuratie
kan het laden
autoriseren via
de configuratie
van de lader.
Mobiele
De gebruiker
app
kan het laden
autoriseren via
de My CUPRA-
app.
Voorwaarden
• De RFID-kaart is
geregistreerd op
de lader en wordt
tegen de sensor
gehouden en her-
kend door de lader .
• De gebruiker heeft
de configuratie van
de lader geopend
en 'Laadsessie star-
ten' geselecteerd
in het overzicht .
• De gebruiker
heeft de app
geïnstalleerd .
• De OCCP-
backendverbinding
is geactiveerd en
tot stand gebracht
voor de lader .
• De optie voor
verificatie
op afstand is
geactiveerd
voor de lader .
15