Hoofdstuk 2
Geen-doorvoermodus Extra
doorvoer
Mogelijke instellingen: [Geen],
[1/2 inch (12,7 mm)], [1 inch (25,4 mm)],
[1-1/2 inches (38,1 mm)],
[2 inches (50,8 mm)]
Standaardinstelling: [1 inch (25,4 mm)]
Deze optie wordt gebruikt wanneer
[Formulierinvoermodus] is ingesteld op
[Geen doorvoer]. Na de laatste pagina van
het document wordt papier uitgeworpen op
basis van deze instelling.
OPMERKING
Deze optie geldt alleen voor de laatste
pagina van een document. De
ondermarge die in het gebruikte
computerprogramma is opgegeven wordt
genegeerd. De bovenmarge bepaalt de
totale boven-en ondermarge die wordt
aangehouden tussen de pagina's van een
document dat uit meer dan één pagina
bestaat.
Rolpapier onderbreking
Mogelijke instellingen: [Uitschakelen],
[Inschakelen]
Standaardinstelling: [Uitschakelen]
Deze optie wordt gebruikt om bij het
afdrukken op papier van een rol per pagina
een bevestiging weer te geven.
Streepjeslijn afdrukken
Mogelijke instellingen: [Uitschakelen],
[Inschakelen]
Standaardinstelling: [Uitschakelen]
Deze optie wordt gebruikt om een
perforatielijn af te drukken tussen de
pagina's. Dit is handig bij het afdrukken op
papier van een rol. Stel
[Formulierinvoermodus] in op [Vaste
pagina] wanneer u [Inschakelen] selecteert.
De perforatielijn wordt alleen maar afgedrukt
op het papier. Er wordt niet daadwerkelijk een
perforatie aangebracht in het papier.
36
Automatisch opdrachtmodus
switchen
2
Mogelijke instellingen: [Uitschakelen],
[Inschakelen]
Standaardinstelling: [Inschakelen]
Hiermee bepaalt u of automatisch de
opdracht om van modus te veranderen moet
worden verzonden wanneer tijdens het
gebruik van de printer wordt omgeschakeld.
Invoerpositie voor aangepast
papier
Mogelijke instellingen: [Midden], [Links]
Standaardinstelling: [Midden]
Selecteer de papierinvoerpositie voor het
afdrukken op aangepast papier.
2
2
2
2