NL
4.
Voor gebruik
Voor het eerste gebruik
1.
Plaats het apparaat rechtop op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg voor een goede
luchtcirculatie en dat de geventileerde zijden minstens 18-20 graden vrij zijn van elke
muur. Blokkeer de luchtinlaten en -uitlaten niet. Een ongehinderde luchtstroom geeft de
beste prestaties en efficiëntie van uw luchtbevochtiger.
2.
Inspecteer de voedingskabel om er zeker van
te zijn dat onbeschadigd is.
3.
Zorg ervoor dat het bovenste paneel van
de behuizing van de onderste behuizing is
verwijderd.
4.
Plaats schijfstapel(s) in de onderste behuizing.
5.
Voeg vers kraanwater toe. Vul de watertank bij.
U kunt de onderste behuizing meenemen naar
de gootsteen of bad, of u kunt de onderste
behuizing vullen met water uit een waterkan
of een gieter. Wees voorzichtig bij het vullen,
reinigen of verplaatsen van de luchtbevochtiger
om morsen van water te voorkomen. Vul uw
luchtbevochtiger niet door de luchtinlaatgaten
aan de zijkant. Plaats de watertank goed
bovenop de onderste behuizing.
6.
Steek de voedingskabel in een standaard
stopcontact.
OPMERKING!
We raden aan gedemineraliseerd water te gebruiken om te voorkomen dat uw
machine verkalkt als u hard kraanwater gebruikt.
86
MV-2514-09-2022 . eeese-aircare.com © Alle rechten voorbehouden door eeese air care ApS