Terug / Wissen
Druk in een willekeurige modus meermaals op de toets Terug /
Wissen
8
te keren naar de vorige waarde of de vorige modus.
Druk meermaals op de toets Terug / Wissen
keren naar het hoofdoverzicht (zie hoofdstuk "Ingebruikname",
onderdeel "Hoofdbeeldschermmodus").
Opmerking: door het indrukken van de toets Terug /
Wissen
8
meting gestopt.
Referentiepunt kiezen
Het achterste referentiepunt
eindstuk
of het voorste referentiepunt
28
nen als contactvlak voor alle metingen worden gebruikt. Het refe-
rentiepunt moet voor de meting worden vastgelegd. Anders wijkt
het resultaat af van de daadwerkelijke waarde. De standaardin-
stelling voor het referentiepunt is het achterste referentiepunt
van het product. Het referentiepunt kan door het herhaald indruk-
ken van de referentiepunt-toets
gewenste referentiepunt in de linker bovenhoek van het display
wordt weergegeven.
om de laatst gemeten waarde te wissen en terug
tijdens de modus voor continu meten, wordt de
29
12
(basis), het referentiepunt van het
van het product kun-
30
worden gewijzigd totdat het
om terug te
8
29
NL/BE
73