U kunt ook kiezen tussen het uitvoeren van de RTS-installatie via het bedieningspaneel of het RTS-
scherm wanneer dat nodig is, of Een vorige instelling laden als u al uw RTS hebt ingesteld.
Aanbevelingen tijdens de installatie
●
Stel uw RTS altijd in op een afstand van ten minste 5 m van het indelingsgebied.
●
Het instellen van de RTS niet hoger dan 1,2 m zal de nauwkeurigheid verhogen.
●
Controleer of deze op de juiste manier is ingesteld voordat u de installatieworkflow start.
●
HP raadt u aan de methode voor het instellen van de terugslag te gebruiken. Als dat niet haalbaar is,
kunt u de methode Orientation-to-a-line (indien beschikbaar) gebruiken.
●
Vergeet niet om de RTS-antenne op te tillen (indien beschikbaar) om het communicatiebereik te
vergroten.
●
Zorg ervoor dat u voor elke meting het juiste doeltype in de lijst hebt geselecteerd.
●
Controleer de gebruikersinterface-instellingen om er zeker van te zijn dat de RTS is aangesloten op
de robot.
●
Stel de RTS nauwkeurig in en controleer deze af en toe.
Resectie
Als u de methode voor selectie hebt geselecteerd, volgt u deze stappen.
52
Hoofdstuk 4 Taak uitvoering