Tabel 2-1
Indicatoren voor total robotica-station (vervolg)
Indicator
Beschrijving
Instellen
Spoor de instellingskwaliteit
hoekige
bij door de hoekige deel van
primer
de regelpunten te meten die
worden gebruikt voor RTS-
installatie.
Installatieme
Geeft de gebruikte
thode
instellingsmethode en het
aantal gemeten punten weer.
RTS-hoogte
Zorgt voor een geschatte
hoogte van de RTS boven de
vloer. Deze indicator wordt
weergegeven na het volgen
van de robot binnen een
gebied van 5 m² op een
vlakke ondergrond (kanteling
onder 0,5°).
RTS-
Geeft het huidige RTS-
batterijnivea
batterijniveau weer.
u
RTS-
Geeft de nivelleerstatus van
nivelleren
de RTS aan.
Prestaties
Meet de spreiding van
volgen
monsters die van de RTS
worden ontvangen, om
onnauwkeurige metingen te
identificeren.
Tabel 2-2
Omgevingsindicatoren
Indicator
Beschrijving
Vloer
Geeft de hellingshoek van
kantelen
de vloer waarop de robot
functioneert aan.
Magnetische
Geeft het niveau van
interferentie
magnetische interferentie
aan, zoals bepaald door de
gemeten verschuiving in de
inertiale metingseenheid.
Slecht (rood)
Fair (geel)
< 30°
30°–60°
N.v.t.
Richting naar
lijn of
doorslag (2
uur)
> 1,8 m
1–1,8 m
< 5%
5–40%
> 0,0675°
0.00567°–
0.0675°
σ > 5 mm
σ 3-5 mm
Slecht (rood)
Fair (geel)
> 2°
1°–2°
> 1°/min
0,5–1°/min
Uitstekend
Acties
(zwart)
> 60°
Voer altijd uw RTS-setup uit met behulp van
best practices en maximaliseert de hoekige
primer.
Doorsnede
Voor een maximale nauwkeurigheid wordt
(> 14.00 uur)
de instelling van de terugslag aanbevolen,
aangezien er kwaliteitscontroles van de
gemeten controlepunten mogelijk zijn. Door
ten minste drie punten te gebruiken, wordt de
kwaliteitscontrole verbeterd.
< 1 m
Plaats de RTS op de laagst mogelijke hoogte
om steile verticale hoeken tijdens robot
prismemetingen te minimaliseren.
> 40%
Intern testen raadt aan dat de RTS-prestaties
van deze toepassing mogelijk worden
aangetast in de batterijmodus met een lage
batterij. Voor optimale resultaten kunt u
voorkomen dat de batterij op het instrument
bijna op is.
< 0,00576°
Als de nivelleerindicator niet juist is, effent u
het instrument zo mogelijk met behulp van
het elektronische niveau.
Controleer of de statief in goede staat is of
gebruik zo nodig een statiefstabilisatie.
σ < 3 mm
Een hoge spreiding in RTS-metingen kan
het gevolg zijn van de slechte status van
andere indicatoren. Controleer de status
van de andere indicatoren en verhelp indien
mogelijk eventuele problemen. Dit moet de
volgprestaties van het apparaat verbeteren.
Uitstekend
Acties
(zwart)
< 1°
Hoewel omgevingscondities niet kunnen
worden gewijzigd door de gebruiker,
dienen deze indicatoren te bepalen of
de bedrijfsomstandigheden van de robot
optimaal zijn of niet.
< 0,5°/min
Hoewel omgevingscondities niet kunnen
worden gewijzigd door de gebruiker,
dienen deze indicatoren te bepalen of
de bedrijfsomstandigheden van de robot
optimaal zijn of niet.
Dashboard voor nauwkeurigheid
27