5. Problemen oplossen
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
1. Geen gasstroom
2. De wartelmoer en de drukre-
Brander kan niet
3. Verstopping van de gasstroom
ontstoken worden
4. Brander is niet meer
5. Onjuiste installatie
1. Geen gas beschikbaar
Geen of zwakke
vlam
1. Sterke of vlagerige wind
De vlammen gaan
2. Te weinig gas beschikbaar
uit
1. Vetophoping
2. Te veel vet in de oven
Opwakkeren
3. Te hoge baktemperatuur
4. Overtollig meel op het
1. Brander en/of branderbuizen
2. Drukverlies tijdens het
Terugslag van de
3. De brander staat tegen een
vlammen
gelaar 6 zijn niet volledig
met elkaar verbonden.
aangesloten op de klep
bakoppervlak
zijn geblokkeerd
ontstekingsproces
sterke wind in
OPLOSSING
1. Controleer of de gascilinder leeg is.
2. Draai de wartelmoer nog een halve tot drie-
kwartslag vast tot de aanslag. Alleen met
de hand aandraaien - geen gereedschap
gebruiken
3. Reinig de branderbuis
4. Sluit de brander en klep weer aan Sluit
weer aan.
5. Controleer de stappen uit de
montagehandleiding
1. Controleer of er gas in de gasfles zit
2. Schakel de controller
seconden en steek de kachel aan. Als de
vlam nog steeds laag is, schakelt u de
regelaar uit en draait u de kraan van de
gasfles dicht. Demonteer de regelaar. Sluit
de regelaar weer aan en voer een lektest
uit. Draai de kraan van de gasfles weer
open, wacht 30 seconden en steek dan de
brander aan.
1. Draai de voorkant van de kachel weg van
de windzijde
2. Gebruik een voldoende gevulde gasfles
1. De oven schoonmaken
2. Zichtbare vetvorming van de bekleding
voor het begin van het bakproces
3. Temperatuur aanpassen (lager)
1. Schroef de regelaar
brander en/of de branderbuizen.
2. Schakel de brander uit. Zorg ervoor dat de
containerkraan volledig open staat (indien
van toepassing) en steek de brander
opnieuw aan.
3. Draai de voorkant van de kachel tegen
de windrichting in zodra de kachel is
afgekoeld.
uit, wacht 30
10
los. Reinig de
10
NL
17