het apparaat weer wordt gebruikt, moet het worden gecontroleerd
en indien nodig gerepareerd.
Als er een gaslucht hangt, schakel dan geen lichten aan of uit,
bedien geen andere elektrische schakelaars en gebruik geen
telefoon, radio of mobiele telefoon in de gevarenzone.
Als u gas ruikt, gebruik dan geen open vuur (bv. aansteker, lucifer)
en rook niet.
Controleer de gasslang minstens één keer per maand en elke keer
dat de gasfles wordt vervangen. Als de gasslang tekenen van slij-
tage of andere schade vertoont, moet deze onmiddellijk worden
vervangen door een nieuwe gasslang van dezelfde lengte en ge-
lijkwaardige kwaliteit.
De gasslang moet binnen de voorgeschreven termijnen worden
vervangen.
Zorg ervoor dat de afdichting op de gascilinderklep aanwezig is
en in goede staat verkeert. Er mogen geen extra afdichtingen wor-
den gebruikt.
Gascilinders moeten worden beschermd tegen fel zonlicht en mo-
gen alleen rechtop worden bewaard.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt via een geteste, tussen-
liggende drukregelaar met de juiste uitlaatdruk voor het apparaat
(zie typeplaatje).
Het apparaat mag alleen worden gebruikt met een gasslang die is
getest volgens DIN EN 16436-1 klasse 2.
De gasslang mag niet langer zijn dan de maximale lengte van
ongeveer 150 cm, maar moet lang genoeg zijn om een knikvrije
installatie te garanderen.
De gasslang moet mogelijk worden vervangen als er andere nati-
onale vereisten zijn.
De gasslang mag niet geknikt of gedraaid zijn.
Voer de inbedrijfstelling en ontsteking altijd uit volgens de instructies.
Schakel het apparaat uit als het niet veilig onbeheerd kan worden
achtergelaten.
Laat reparaties aan het apparaat alleen uitvoeren door
geautoriseerde vakbedrijven of de klantenservice. Verkeerde
10
NL