Oproep doorverbinden
U spreekt met een deelnemer en wilt het gesprek
L
doorverbinden naar een derde deelnemer.
Doorverbindtoets indrukken. Het gesprek
~
wordt in de wachtstand gezet.
Telefoonnummer van de deelnemer invoeren
waarnaar u het gesprek wilt doorverbinden.
L
Doorverbinden zonder navraag:
Doorverbindtoets opnieuw indrukken.
De verbinding wordt doorverbonden naar de
opgebelde deelnemer. Uw verbinding met de
deelnemer wordt beëindigd.
Doorverbinden met navraag:
§§Kiezen§§
Het nummer wordt gekozen. Wacht tot
de deelnemer zich meldt om bijvoor-
beeld het doorverbinden aan te konidi-
gen. Druk op de doorverbindtoets
Doorverbinden naar deelnemer in de wachtstand:
U spreekt met een deelnemer en overige deelnemers
staan in de wachtstand. U kunt het actuele gesprek
doorverbinden naar één van de deelnemers in de
q
wachtstand.
Eén van de deelnemers in de wachtstand
L
selecteren.
Doorverbindtoets indrukken.
De geselecteerde deelnemer wordt verbon-
den met uw actuele gesprekspartner.
U kunt de functietoetsen programmeren met func-
ties of telefoonnummers die u vaak gebruikt. U pro-
grammeert de functietoetsen met de webconfigura-
tor van uw telefoon of u neemt de functietoetspro-
grammering van de telefooncentrale over.
¤
Webconfigurator starten
¤
Webbrowser op uw PC starten.
IP-adres invoeren in het adresveld van de brow-
ser. Het aanmeldscherm van de webconfigurator
wordt geopend.
Let op: het IP-adres kunt u eventueel opvragen
‰
¢
via het displaymenu van de telefoon in de instel-
¤
lingen (
Instellingen
OK klikken.
6
L
.
Functietoetsen
¢
Info).
Wisselgesprek (aankloppen)
Tijdens een extern gesprek hoort u de wisselgesprek-
toon (aankloptoon). U kunt het gesprek beantwoor-
den of weigeren.
Oproep beantwoorden:
§§Accepteren§§U bent verbonden met de aanklop-
pende deelnemer. De eerste deelnemer
hoort een wachtmuziek. Het nummer
à
wordt weergegeven en met het symbool
als wachtende deelnemer gemar-
keerd.
Oproep weigeren
§§Weigeren§§
Oproep weigeren.
Gesprek beëindigen:
q
Verbinding selecteren.
§§Verwijderen§§Geselecteerde verbinding verbreken.
Oproep omleiden
‰
¢
Services selecteren
In de lijst staan de accounts die voor uw toestel zijn
q
geconfigureerd.
Gewenste verbinding selecteren en met
q
bevestigen.
Aangeven wanneer de oproepsoorschakeling
moet gelden (Alle oproepen, Geen ant-
~
woord, Bij bezet, Uit) en met
Telefoonnummer invoeren waarheen moet
worden omgeleid.
§§Opslaan§§
Instelling voor deze verbinding opslaan.
Functietoets programmeren met
¤
telefoonnummer
¢
In het menu van de webconfigurator
Instellingen
Functietoetsen selecteren.
Alle beschikbare functietoetsen worden met Tele-
¤
foonnummer en Toetsinstelling weergegeven.
Op Bewerken klikken om aan een Toets een tele-
¤
foonnummer of functie toe te wijzen.
Gewenste functie uit de lijst Functiekeuze selec-
teren. Voorbeeld: Snelkiezen wijst aan een func-
tietoets een snelkiesnummer voor een telefoon-
¤
nummer toe.
Telefoonnummer invoeren dat via deze func-
¤
tietoets moet worden gekozen.
Op Opslaan klikken om de toetsprogrammering
over te nemen.
¢
Oproep omleiden
§§OK§§
§§OK§§
bevestigen.