Stap 1
1
De tonercartridge installeren
Sluit de interfacekabel nog NIET aan.
De interfacekabel wordt aangesloten
wanneer de driver wordt
geïnstalleerd.
1
Verwijder alle tape en plakband.
2
Maak de bovenklep open.
De onderdelen binnen in de printer
niet aanraken.
3
Neem de tonercartridge uit de doos en
schud deze 7 à 8 keer heen en weer.
12
De printer installeren
Bovenklep
Tonercartridge
4
Zet de tonercartridge op een plat oppervlak
en trek het zegel er horizontaal uit.
■ Het zegel moet recht (horizontaal) uit de
cartridge worden getrokken. Als u het er
schuin uittrekt, kan de tape breken.
■ Zorg dat u de tonercartridge niet schudt of
ergens tegenaan stoot nadat het zegel
eruit is getrokken.
5
Houd de tonercartridge aan de handgreep
vast en schuif deze in de sleuf in de printer.
Controleer dat de tonercartridge goed op
zijn plaats zit.
6
Sluit de bovenklep.
Zegel