9.5
Batterijen plaatsen
De draadloze alarmcentrale kan van noodstroom worden voorzien met 4 LR6
(penlite/AA) batterijen. Plaats voor de ingebruikname 4 nieuwe batterijen in het
apparaat. Als de stroom uitvalt, zorgen de batterijen voor de stroomvoorziening.
• Als de alarmcentrale al aan het lichtnet hangt, moet u de
centrale, zoals beschreven onder 12.5, in de service-stand
zetten. Anders kan er een sabotage-alarm afgaan.
• Als de alarmcentrale al aan de wand is bevestigd en is
gesloten, maak dan eerst de hendel (A) los en klap de
centrale naar voren toe open.
• Plaats de 4 LR6 (penlite/AA) batterijen in de juiste richting
(let op het opschrift) in het batterijencompartiment (B).
• Klap de behuizing weer dicht en draai de hendel (A) opzij.
Als de Power-LED niet continu brandt maar knippert, controleer dan het volgende:
• Zijn de batterijen in de juiste richting in de houder geplaatst?
• Zijn de batterijen in de alarmcentrale leeg?
• Is de centrale goed met de externe netvoeding verbonden?
• Zit de stekker goed in de aansluitbus van de centrale?
• Is de netvoeding met een werkend stopcontact verbonden?
Levert die een netspanning van 230 V / 50 Hz?
Als bij het verwisselen van de batterijen per ongeluk een sabotage-alarm
afgaat, kunt u dit uitschakelen door op de toets "uitschakelen" te drukken.
24
A
B