• Leg de alarmcentrale met de achterkant naar boven voor u op tafel.
• Open de vergrendeling van de centrale door de grendel (A) naar links te bewegen.
• Nu kan de bevestigingsplaat (B) opengedraaid worden. De alarmcentrale en de
bevestigingsplaat zijn via een scharnier (C) met elkaar verbonden. Draai de
bevestigingsplaat zover open - ong. 45° (B) - tot u hem kunt afnemen (C).
• U kunt met de afgenomen bevestigingsplaat de boorgaten (D) op de wand aftekenen.
Gebruik een waterpas om de bevestigingsplaat waterpas te hangen.
• Afhankelijk van de toestand van de wand, boort u nu drie gaten (5 mm) en steekt er
de pluggen (5 mm) in.
• Houd nu de bevestigingsplaat tegen de wand en schroef hem met de drie schroeven
vast.
• Als u meer kabels moet aansluiten, gaat u verder met punt 9.3. Anders kunt u de
alarmcentrale onder en hoek van 45° weer in het scharnier (C) hangen, hem
opklappen en met de hendel (A) weer vergrendelen.
9.3
Bekabeling Relais-aansluitingen
De draadloze alarmcentrale kan externe apparaten zoals een telefoonkiezer of
bekabelde alarminstallaties aansturen via twee relais met wisselcontact. Omdat het
wisselcontacten zijn, kunt u zowel ingangen aansluiten die het maken van een contact
als alarm herkennen als ingangen die het verbreken van een contact als alarm
herkennen.
A
B
C
D
21