TOEPASSINGSSPECIFIEKE INSTELLINGEN OPGEVEN
Kies eerst de pen display en het invoerapparaat waarvoor u een toepassingsspecifieke instelling wilt
maken.
Kies een methode om een toepassing te selecteren:
•
Open de toepassing waarvan u de instellingen aan uw eigen
voorkeuren wilt aanpassen en selecteer die toepassing
vervolgens in het vak A
•
Blader via B
LADEREN
uw computer geïnstalleerde toepassing.
De naam van de geselecteerde toepassing wordt weergegeven.
Klik op OK om het proces te voltooien.
Opmerking: als twee programma's dezelfde bestandsnaam
hebben, delen ze dezelfde aangepaste instellingen.
Als een toepassing eenmaal is toegevoegd, wordt deze weergegeven in de lijst T
bijbehorende apparaat in de lijst A
de tabbladinstellingen in het regelpaneel aan voor het apparaat en de geselecteerde toepassing.
Als u eenmaal toepassingsspecifieke instellingen hebt gemaakt, maken de toepassingen die niet op
deze manier zijn aangepast gebruik van de apparaatinstellingen van A
Tip:
pas eerst de instellingen van één toepassing aan. Zodra u vertrouwd bent met het gebruik van
toepassingsspecifieke instellingen, kunt u specifieke instellingen voor andere toepassingen
opgeven.
Inhoud
.
CTIEVE TOEPASSINGEN
naar het uitvoerbare bestand van een op
is geselecteerd. Selecteer de toepassing en pas vervolgens
PPARAAT
Inhoud
Index
Index
Klik in de lijst T
OEPASSING
OEPASSING
.
LLE OVERIGE
62
op de knop [ + ].
zodra het
62