1. Knop voor
temperatuurregeling
3.
Luister aan de achterkant van de machine of de
koppeling van de compressor
uitschakelt (klikken).
1. Koppeling van compressor
4.
Zet de schakelaar van de airconditioning
29) op U
.
IT
Belangrijk:
Om te voorkomen dat de accu
wordt ontladen, moet u ervoor zorgen dat
de schakelaar van de airconditioning in de
stand U
staat.
IT
Het dak verwijderen
1.
Verwijder de 4 bouten, 4 ringen en 4 afdichtingen
waarmee het dak aan de cabine is bevestigd
(Figuur
31).
Opmerking:
Verwijder de 8 bouten rond de
ventilatoren niet.
Belangrijk:
De ventilatoren zijn gemonteerd
aan het dak.
Figuur 29
2. Schakelaar van
airconditioning
(Figuur
30) in- en
Figuur 30
g347426
1. Cabinedak
2. Ventilatoren
3. Bout
2.
Koppel de connectoren van de kabelboom los
aan elke ventilator.
3.
Verwijder het dak voorzichtig van de cabine.
Het dak monteren
1.
Plaats het dak op het frame van de cabine.
2.
Sluit de connectoren van de kabelboom aan op
elke ventilator.
3.
Lijn de gaten in het dak uit met de clipmoeren
van het cabineframe.
4.
Monteer het dak aan de cabine; gebruik hierbij
de 4 bouten, 4 ringen en 4 afdichtingen
31) die u verwijderd hebt in stap 1.
Koelmiddelpeil controleren
Onderhoudsinterval: Maandelijks (aan de hand van
g019082
Controleer of het koelmiddel op het juiste bedrijfspeil
staat voor de airconditioning.
1.
Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee
het dak bevestigd is; zie
(Figuur
(bladz.
Opmerking:
2.
Zorg ervoor dat de parkeerrem in werking is
gesteld, start de motor, draai de knop voor de
temperatuurregeling naar de koude stand en zet
de schakelaar van de airconditioning op A
(Figuur
16
Figuur 31
4. Ring
5. Afdichting
het kijkglaasje)
Het dak verwijderen
16).
U mag het dak niet verwijderen.
32).
g347511
(Figuur
AN