Aanwijzingen met betrekking tot flexibele toorts-
lichamen
Apparaatcon-
De flexibele TIG-toortslichamen kunnen in alle richtingen worden gebogen en op
cept
deze wijze aan alle denkbare situaties en toepassingen worden aangepast.
Flexibele toortslichamen worden bijvoorbeeld gebruikt als onderdelen beperkt
toegankelijk zijn of als er in een lastige positie moet worden gelast.
Bij elke verandering van de vorm van een flexibel toortslichaam wordt het materi-
aal echter zwakker. Om die reden is het aantal buigingen begrensd.
In de volgende paragrafen wordt beschreven wat er onder een buiging en het
aantal buigingen wordt verstaan.
Buigmogelijkhe-
den
Definitie van de
Een buiging is een eenmalige afwijkende vormverandering van ten minste 20° ten
toortslichaam-
opzichte van de uitgangsvorm.
buiging
Opdat de buiging niet puntsgewijs maar via een lange lengte zo gelijkvormig mo-
gelijk verloopt, is een zo klein mogelijke buigingsradius gedefinieerd.
De buigingsradius mag niet worden onderschreden.
De kleinst mogelijke buigingsradius bedraagt 25 mm (1 in.).
Een buiging mag de maximale buigingshoek niet overschrijden.
De maximale buigingshoek bedraagt 45°.
Het achteroverbuigen in de uitgangsvorm geldt als eigen buiging.
38
45°
45°
45°
45°