NL
BOREN MET DE BOOR
STANDAARD
Afstelling van glijstukken
A
B
Zorg bij gebruik van een boorstandaard voor een
juiste afstelling van het glijstuk. De glijstukken van
de Karat boormachines zijn voorzien van glijstrip-
pen voor een precieze afstelling.
•
Draai de borgmoeren 14A los met bijgele-
verde sleutel 13.
•
De stelbouten 14B afstellen voor een soepel
glijden van het glijstuk aan de boorstandaard.
•
De borgmoeren 14A weer vastzetten.
Boorstandaard bevestigen
VOORZICHTIG: De boorstandaard
moet altijd vast zijn opgesteld en
mag tijdens het boren niet ver-
schuiven.
Boorstandaard afstellen
•
Plaats de boorstandaard op de plaats waar
moet worden geboord.
•
Draai de centreerplaat 25 naar voren tot deze
vastklikt.
•
Stel de boorstandaard zo af dat de punt van
de centreerplaat voor de gebruikte machine
precies boven de gewenste boorplaats ligt.
•
Bevestig de boorstandaard.
Bevestiging met montageset
•
Boor een pluggat Ø 15/16 mm (zie aanwij-
zing slagplug).
•
Zet een slagplug SD M12 in het gat.
•
Schroef de montageset 16 vast
•
Stel de boorstandaard af.
•
Bevestig de boorstandaard met de spilmoer
17.
10
GEBRUIKSAANWIJZING KARAT® 350
KARAT
®
Bevestiging met vacuümpomp
Stel de machine horizontaal op. Kantelhoek maxi-
maal 10°.
De aanzuigslang bevestigen, vaststeken en beves-
tig deze met de slangklem.
Zie verder de gebruiksaanwijzing van de vacu-
umpomp.
Boorkroon monteren
•
Draai de vastzetschroef 13 van het glijstuk
aan.
•
Maak de schroefdraad van de boorkroon 30
en de booras 7 schoon en smeer deze in
met vet.
•
Schroef de boorkroon 30 op de booras 7 en
draai deze vast met bijgeleverde sleutels.
Water aansluiten
•
Sluit de waterkraan 6.
•
Sluit de watertoevoerslang aan op de water-
kraan of op het waterdrukreservoir.
•
Wanneer het waterdrukreservoir wordt
gebruikt, dient erop te worden gelet dat met
voldoende druk wordt gewerkt.
•
Waterstroom indicator 9 controleren.
Boorhoek instellen
•
Draai de vastzetschroef 19 los.
•
Schuif met handgreep 20 de kolom met
hulp van de schaalverdeling in de gewenste
boorhoek.
•
Draai de vastzetschroef 19 vast.
Boren
•
Zorg altijd voor een goede verankering van
de boorstandaard in de ondergrond.
•
Open de waterkraan 6.
•
Draai de vastzethendel 13 los en houdt de
duwhendel 10 vast.
•
Bedien de aan/uit-schakelaar 1.
•
Voor het aanboren kunt u hierbij de soft star-
ter 2 gebruiken. Boor met gelijkmatige druk.
350
WAARSCHUWING: Boordiameter
maximaal 100 mm.
Bevestig de boorstandaard alleen
op een vlak, stabiel en glad opper-
vlak met de vacuümpomp (nooit
boven het hoofd). Sluit de kern-
boormachine en de vacuümpomp
altijd aan op hetzelfde stopcontact.
Vacuümpomp tijdens werkzaamhe-
den nooit uitschakelen.