6.2
Apparaten toewijzen en kanalen vastleggen
De op het systeem aangesloten apparaten moeten worden geïdentificeerd, d.w.z. ze worden
aan de hand van hun functie toegewezen aan een ruimte en krijgen een zinvolle naam.
De toewijzing gebeurt met de toewijzingsfunctie op de webbased user interface
van het System Access Point.
Technisch Handboek 2CKA002273B9188
Inbedrijfname
│21