Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt Busch- Jaeger geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot Busch- Jaeger of bezoekt ons op internet: www.busch-jaeger.de/freeathome Technisch Handboek 2273-1-9185 / 2CKA002273B9185 │3...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt Busch-Jaeger geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of...
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 5 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. Busch-Jaeger is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Uitsluitend erkende elektrotechnische installateurs mogen werkzaamheden ■...
Veiligheid Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie Opbouw en functie Afb. 1: Productoverzicht [1] Inbouwsokkel [2] Sensor voor sensor/schakelaktor 1/1-voudig [3] Sensor voor sensor/schakelaktor 2/1-voudig en 2/2-voudig [4] Afdekraam (niet inbegrepen bij levering) [5] Bedieningswip (niet inbegrepen bij levering) Het apparaat is een sensor-/schakelaktoreenheid voor decentrale inbouwmontage. De apparaten kunnen als bedieningselement en als aktor worden gebruikt om elektrische belastingen in te schakelen.
Meer informatie over de mogelijke schakelaarprogramma's vindt u in de elektronische catalogus (www.busch- jaeger-katalog.de). Typenoverzicht Sensorkanale Aktorkanalen Schakelbelasti Artikelnr. Productnaam Sensor/schakela 6211/1.1-WL ktor 1/1-voudig, 1 x 2300 W wireless Sensor/schakela 6211/2.1-WL ktor 2/1-voudig, 1 x 2300 W wireless Sensor/schakela 6211/2.2-WL...
Opbouw en functie Functies De volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke functies en toepassingen van het apparaat: Symbool voor user Informatie interface Naam: Sensor Type: Sensor Wordt beschikbaar gesteld Sensor/schakelaktor door: Bedieningselement voor de besturing Functie: van free@home-functies Naam: Schakelaktor Type:...
Technische gegevens Soort belastingen Sensor/schakelaktor 1/1-voudig Sensor/schakelaktor 2/2-voudig Sensor/schakelaktor 2/1-voudig 2300 W 1200 W 2300 W / VA 1000 W 2300 VA 800 VA 2300 W 920 W LEDi Typisch 100 W Typisch 2x80 W Tab.4: Soort belastingen Technisch Handboek 2273-1-9185 / 2CKA002273B9185 │13...
Technische gegevens Maatschetsen Opmerking Alle opgegeven afmetingen in mm. Alle apparaattypen in dit handboek hebben dezelfde afmetingen. Afb. 4: Afmetingen (alle afmetingen in mm) van alle beschreven apparaattypen Technisch Handboek 2273-1-9185 / 2CKA002273B9185 │14...
Aanwijzingen voor de planning en toepassing van het systeem vindt u in het systeemhandboek voor Busch-free@home ® free@home. Het handboek kunt u downloaden van www.busch-jaeger.de/freeathome. Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische schok door kortsluiting! Levensgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V bij kortsluiting op de laagspanningsleiding.
Aansluiting en inbouw Inbouw in apparaat Opmerking De apparaten zijn voorbereid voor inbouwdoosmontage in combinatie met de bijbehorende draagring. De apparaatsokkel is al in de draagring geplaatst. Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: Opmerking Sensor moet vóór de montage van de inbouwsokkel worden afgetrokken!
Pagina 18
Aansluiting en inbouw 6. Steek de afdekking (met gemonteerde sensor) op de inbouwsokkel. Let daarbij op de juiste positie van de sensorverbinding [1]. Afb. 9: Montage sensor Technisch Handboek 2273-1-9185 / 2CKA002273B9185 │18...
Inbedrijfname Inbedrijfname Het apparaat wordt in bedrijf genomen via de webbased user interface van het System Access Point. Er wordt van uitgegaan, dat de basale stappen voor de inbedrijfname van het totale systeem reeds zijn uitgevoerd. Algemene kennis over de basisfuncties webbased inbedrijfnamesoftware van het systeem wordt verondersteld.
Inbedrijfname Koppeling van Wireless-apparaten met het System Access Point free@home-wireless-apparaten moeten eerst met het System Access Point gekoppeld worden, voordat ze in een project gebruikt kunnen worden. Tijdens de koppeling wisselen de apparaten een veiligheidssleutel uit. Na de koppeling vindt de communicatie tussen de apparaten versleuteld plaats en zijn ze vast verbonden met het System Access Point.
Pagina 21
Inbedrijfname Het apparaat werd reeds aan een ander systeem gekoppeld. ■ Wireless-apparaat resetten op fabrieksinstellingen 1. Schakel het free@home Wireless-apparaat stroomloos. 2. Houd de toets linksonder ingedrukt. 3. Schakel de stroom van de apparaten weer in. De led knippert 10 seconden langzaam, daarna 5 seconden snel en gaat dan uit. De fabrieksinstellingen zijn hersteld en het apparaat kan opnieuw worden geprogrammeerd.
Inbedrijfname Apparaten toewijzen en kanalen vastleggen De op het systeem aangesloten apparaten moeten worden geïdentificeerd, d.w.z. ze worden aan de hand van hun functie toegewezen aan een ruimte en krijgen een zinvolle naam. De toewijzing gebeurt met de toewijzingsfunctie op de webbased user interface van het System Access Point.
Inbedrijfname 6.2.1 Apparaat toevoegen 1. Kies uit de balk “Component toevoegen” de gewenste toepassing en sleep deze met drag- and-drop naar de plattegrond. Afb. 11: Toepassing uit de toevoegbalk slepen Er verschijnt een popupvenster met alle componenten die op de bus aangesloten zijn en bij de gekozen toepassing passen (bijvoorbeeld alle jaloezieaktoren, als de jaloezietoepassing gekozen is).
Pagina 24
Inbedrijfname Identificatie Het apparaat kan via het serienummer of door schakelen worden geïdentificeerd. Identificatie via serienummer Afb. 13: Identificatie via serienummer Vergelijk het serienummer en de korte ID van het identificatielabel dat op het ■ apparaatschema is geplakt, met de nummers en ID's in de lijst. Identificeer zo het gezochte apparaat en eventueel het gezochte kanaal.
Pagina 25
Inbedrijfname Identificatie door schakelen (alleen geschikt voor aktoren) Afb. 14: Identificatie door schakelen 1. Kies een apparaat en een kanaal uit de lijst. 2. Druk op het schakelvlak in de detailweergave van het apparaat. De aangesloten verbruiker wordt geschakeld. 3. Herhaal de laatste twee stappen tot u het gezochte apparaat heeft gevonden. Technisch Handboek 2273-1-9185 / 2CKA002273B9185 │25...
Pagina 26
Inbedrijfname Naam vastleggen Afb. 15: Naam vastleggen 1. Wijs een eenvoudig te begrijpen naam toe, waarmee de toepassing later moet worden weergegeven, bijvoorbeeld "plafondlamp" of "jaloezie woonkamer". 2. Druk op het vinkje rechtsonder. De invoer wordt toegepast. Opmerking De apparaatinstellingen worden via de webbased user interface van het System Access Point aangepast.
Inbedrijfname Instelmogelijkheden per kanaal Voor ieder kanaal moeten algemene instellingen en speciale parameterinstellingen worden ingevoerd. De instellingen worden ingevoerd met de toewijzingsfunctie op de webbased user interface van het System Access Point. Apparaat kiezen Afb. 16: Apparaat kiezen 1. Kies het apparaatsymbool [1] in de plattegrond op het werkblad. Alle instelmogelijkheden voor het betreffende kanaal worden in de lijstweergave [2] weergegeven.
Inbedrijfname 6.3.1 Instellingen – overzicht setupmenu's Parameterinstellingen sensor/schakelaktor 1/1-voudig Aktorinstellingen [1] Naam wijzigen [2] Kanaal wissen [3] Aktor met het schakelvlak schakelen [4] Een ander symbool kiezen [5] Nalooptijd in seconden instellen – Met de schakelvlakken -/+ kan worden vastgelegd hoelang bijvoorbeeld het licht ingeschakeld blijft nadat de aktor de verbruiker heeft uitgeschakeld.
Pagina 29
Inbedrijfname Bedieningswipinstellingen [1] Naam wijzigen [2] Sensor met het schakelvlak schakelen [3] Led-inschakelhelderheid nacht/dag instellen in % met de schakelvlakken -/+. – De parameter legt vast hoe sterk de led procentueel brand bij nacht/dag. Opmerking De parameter werkt alleen als een tijdprofiel met de toepassingen ‘Led-dag/nacht-omschakeling’...
Pagina 30
Inbedrijfname Parameterinstellingen sensor/schakelaktor 2/1-voudig Aktorinstellingen Als bij 1/1-voudig. Sensorinstellingen Als bij 1/1-voudig. Er worden echter twee bedieningswippen (linker en rechter bedieningswip) in de lijstweergave getoond. Bedieningswipinstellingen Als bij 1/1-voudig. Er worden echter de instellingen voor twee bedieningswippen (linker en rechter bedieningswip) uitgevoerd. Parameterinstellingen sensor/schakelaktor 2/2-voudig Aktorinstellingen Als bij 1/1-voudig.
Inbedrijfname Verknopingen: De via de toewijzingsfunctie aangemaakte sensoren en aktoren kunnen nu met elkaar worden verknoopt. Daarmee kunnen eenvoudige uitschakelingen of wisselschakelingen worden gerealiseerd. De verknoping gebeurt met de verknopingsfunctie op de webbased user interface van het System Access Point. Opmerking Bij voorgeprogrammeerde apparaten (schakelaktor-eenheden) wordt automatisch een verknoping tussen aktor en sensor gemaakt, omdat deze in...
Inbedrijfname 6.4.1 Aktor en sensor verknopen Afb. 21: Aktor en sensor verknopen 1. Kies op het werkblad de sensor [1] die met de aktor moet worden verknoopt. 2. Kies de aktor [2] die door de sensor moet worden bediend. 3. Om de invoeren over te nemen, drukt u op het vinkje rechtsonder. Een blauwe verbindingslijn geeft de verknoping tussen de beide apparaten aan.
Inbedrijfname 6.4.2 Aktor met nog een sensor verknopen Afb. 22: Aktor met nog een sensor verknopen 1. Kies op het werkblad de tweede sensor [1] die met de aktor moet worden verknoopt. 2. Kies de aktor [2] die door de sensor moet worden bediend. 3.
De levering bestaat alleen uit de elektronicasokkel. Deze moet nog worden aangevuld met een bijpassende bedieningswip en een afdekraam. Meer informatie over de mogelijke schakelaarprogramma's vindt u in de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl). Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht.
Onderhoud Diagnose storingstoestanden Als het apparaat niet functioneert, kan via de faseaftakking (L) de L-faseaansnijding gemeten en zo vastgesteld worden of het apparaat na de aansluiting stroom heeft. Als het apparaat geen stroom heeft, ligt de oorzaak voor de storing niet aan de elektronicasokkel. Afb.
Index Index A O Aansluiting en inbouw ............15 Onderhoud ................34 Aansluitschema's ............16, 17 Opbouw en functie ..............8 Aansprakelijkheid ..............3 P Aanwijzingen bij het handboek ..........3 Aktor ..................10 Parameterinstellingen Apparaat kiezen ..............27 sensor/schakelaktor 1/1-voudig ........28 Apparaat toevoegen ............
Pagina 38
Index Technisch Handboek 2273-1-9185 / 2CKA002273B9185 │38...
Pagina 39
Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...