6
Inbedrijfname
Het apparaat wordt in bedrijf genomen via de webbased user interface van het System Access
Point. Er wordt van uitgegaan, dat de basale stappen voor de inbedrijfname van het totale
systeem reeds zijn uitgevoerd. Algemene kennis over de basisfuncties webbased
inbedrijfnamesoftware van het systeem wordt verondersteld.
Het System Access Point verbindt de free@home-deelnemers met de smartphone, tablet of pc.
Via het System Access Point worden de deelnemers tijdens de inbedrijfname geïdentificeerd en
geprogrammeerd.
Een apparaat dat niet is geprogrammeerd, bevindt zich telkens wanneer de voeding wordt
ingeschakeld 30 minuten in de programmeermodus en kan op het systeem worden aangemeld.
Geprogrammeerde apparaten delen het System Access Point informatie over hun type en over
ondersteunde functies mee.
Bij de eerste inbedrijfname krijgen alle apparaten een universele naam (sensor/schakelaktor
1/1-voudig, ...). De installateur moet deze naam bij de inbedrijfname wijzigen in een
installatiespecifieke naam met een duidelijke betekenis (in het geval van een aktor, bijvoorbeeld
'plafondlamp woonkamer').
De apparaten moeten voor het uitvoeren van extra functies worden geparametreerd.
Aanwijzing
Algemene informatie over inbedrijfname en parametrering vindt u in het
technische handboek of in de onlinehelp van het System Access Point.
Technisch Handboek 2CKA002273B9188
Inbedrijfname
│17