Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
WERKING
Algemeen
Gebruik onderstaande informatie en instructies voor de
bediening van vrijstaande en ingebouwde inductiekookplaten.
OPMERKING: Verplaats een vrijstaand toestel niet tijdens
gebruik.
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsvoorschriften onder BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINFORMATIE voor u dit apparaat bedient.
VOORZICHTIG
BRANDGEVAAR:
• Laat geen metalen voorwerpen of gebruiksvoorwerpen
op of nabij een inductiekookplaat achter. Deze kunnen
warm worden.
• Wees voorzichtig bij het dragen van ringen,
horloges of andere ijzerhoudende objecten bij een
inductiekookplaat. Deze kunnen warm worden.
• Sommige externe oppervlakken van het apparaat
zullen warm worden. Wees voorzichtig wanneer u deze
plaatsen aanraakt.
Eigenschappen pannen
Pannen die op een inductiekookplaat worden gebruikt, moeten
aan de volgende specificaties voldoen:
• Gemaakt van materiaal met magnetische eigenschappen
(ijzerhoudend materiaal)
- Geëmailleerde stalen pannen
- Gietijzeren pannen
- Roestvrijstalen pannen
- Aluminium pannen met ferromagnetische basis
• Juiste maat (vermelde afmetingen betreffen de diameter
van de bodem van de pan)
IWRM-CD1-05
- Minimaal = 102 mm (4"), maximaal = 330 mm (13")
IWRM-B1-1313-05
- Minimaal = 102 mm (4"), maximaal = 300 mm (12")
• Vlakke bodem
De volgende pannen kunnen niet worden gebruikt op een
inductiekookplaat:
• Glazen pannen
• Aluminium pannen zonder een ferromagnetische basis
• Aardenwerk pannen
• Keramische pannen
• Koperen pannen
• Non-ferro roestvrijstalen pannen
Aan/uit-knop
LED-indicator
Bedieningspaneel inductiekookplaat
OPMERKING: De inductiekookplaat detecteert automatisch
of een pan geschikt is voor inductie. IAls er
tijdens het gebruik een pan op het apparaat
wordt geplaatst die niet gereed is voor
inductie, knipperen de indicatielampjes voor
de temperatuurinstelling continu één voor één
en werkt het apparaat niet. Zie het hoofdstuk
PROBLEEMOPLOSSING.
Ingebruikname
1. Maak de glazen kookplaat dagelijks schoon met een
geschikt schoonmaakdoekje, een vochtige papieren
handdoek of een vochtige doek voordat u het apparaat
in gebruik neemt. VOORZICHTIG! Wrijf gemorste
vloeistoffen onmiddellijk weg. Zorg voor gebruik dat
het toestel droog is. Zorg dat er geen vloeistof in het
luchtinlaatfilter aan de onderkant van het apparaat kan
lopen.
OPMERKING: Het apparaat kan op elk moment worden
uitgeschakeld door op de knop
OPMERKING: De ventilator in het toestel start zodra het
apparaat warm wordt. De ventilator blijft
functioneren, totdat het toestel is afgekoeld.
2. Sluit het apparaat aan op een goed geaard stopcontact
met de juiste spanning, grootte en stekkerconfiguratie.
Raadpleeg het hoofdstuk SPECIFICATIES voor details.
• Alle vijf temperatuurinstellingsindicatoren knipperen
meerdere keren om aan te geven dat het apparaat
stroom krijgt.
3. Plaats
een
voor
inductiekookplaat werkt niet als de pan niet gecentreerd
staat in het kookzonepatroon op het glazen kookoppervlak.
4. Druk op de
knop om het apparaat in te schakelen.
• De temperatuurinstellingsindicatoren gaan branden om
de huidige temperatuurinstelling te tonen. Het apparaat
start op met dezelfde temperatuurinstelling als de laatste
keer dat het werd uitgeschakeld.
5. Druk op de
of
op de gewenste instelling.
OPMERKING: De warmteopwekking stopt automatisch en
het apparaat gaat naar de stand-bymodus
wanneer een pan van het glazen oppervlak
wordt gehaald. Na 10 minuten zonder pan
wordt het apparaat uitgeschakeld.
Uitschakelen
1. Druk op de
knop om het apparaat uit te schakelen.
Pijltoetsen voor
Temperatuurinstellingsindicatoren
temperatuurregeling
(weergegeven op niveau 3)
44
te drukken.
inductie
geschikte
knop om de temperatuur in te stellen
IWRMCEM2-0124
pan.
De
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
