Snijuitrusting
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u door het juiste
onderhoud en door het juiste type snijuitrusting te
gebruiken een maximum prestatievermogen krijgt en de
levensduur van de snijuitrusting verlengt.
Gebruik uitsluitend de door ons aanbevolen
snijuitrusting! Zie hoofdstuk Technische gegevens.
Zorg ervoor dat de tanden van de ketting goed en juist
geslepen zijn! Volg onze instructies en gebruik de
aanbevolen vijlmal. Een verkeerd geslepen of
beschadigde ketting verhoogt het risico op ongevallen.
Zorg ervoor dat de tanddiepte juist is! Volg onze
instructies en gebruik de aanbevolen
dieptestellermal. Als de tanddiepte te groot is, verhoogt
dit het risico op terugslag.
Hou de ketting gestrekt! Als de ketting niet voldoende
gestrekt is, neemt het risico toe dat de ketting losraakt en
de slijtage van zaagblad, ketting en kettingwiel neemt toe.
Zorg ervoor dat de snijuitrusting voldoende
gesmeerd is en onderhoud ze op de juiste manier! Als
de ketting niet voldoende gesmeerd wordt, neemt het
42 – Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
risico op barsten toe en verhoogt de slijtage van
zaagblad, ketting en kettingwiel.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine
!
nooit wanneer de veiligheidsuitrusting
defect is. De veiligheidsuitrusting van de
machine moet gecontrolleerd en
onderhouden worden zoals beschreven
in dit hofdstuk. Als uw machine niet door
alle controles komt, moet u ermee naar
uw servicewerkplaats voor reparatie.
WAARSCHUWING! Schakel altijd de
!
motor uit voor u aan de snijuitrusting
begint te werken. De snijuitrusting blijft
roteren nadat u de gashendel heeft
losgelaten. Controleer of de
snijuitrusting volledig stilstaat en
demonteer de kabel van de bougie voor u
aan de snijuitrusting begint te werken.
Specificatie van zaagblad en
zaagketting
Wanneer de snijuitrusting die bij uw machine werd
geleverd, versleten of beschadigd is en vervangen moet
worden, mag men uitsluitend door ons aanbevolen
zaagbladtypes respectievelijk zaagkettingtypes
gebruiken.
Zaagblad
•
Lengte (duim/cm)
•
Kettingsteek (duim). Het neuswiel van het zaagblad
en het kettingaandrijftandwiel van de
motorkettingzaag moeten aangepast zijn aan de
afstand tussen de aandrijfschakels.