Beeld- of geluidsproblemen oplossen
• Plaats de projector direct voor het midden van het scherm, in een rechte
hoek als dat mogelijk is.
• Als u de projectorhoogte hebt aangepast met de projectorvoeten, drukt u op
de keystone-knoppen op de projector om de beeldvorm aan te passen.
• Schakel de horizontale keystoneschuifregelaar in het menu Instellingen van
de projector in. Stel dan schuifregelaar af tot het beeld gelijkmatig
rechthoekig is.
Instellingen > Keystone > H/V-Keystone > H-Keystone-regelaar
s
• Schakel de automatische aanpassing in het menu Instellingen van de
projector in. De projector corrigeert automatisch het beeld telkens wanneer
u de projector verplaatst.
Instellingen > Keystone > H/V-Keystone > Autom. V-Keystone
s
• Pas de instelling Quick Corner aan om de beeldvorm te corrigeren.
Instellingen > Keystone > Quick Corner
s
g g Verwante koppelingen
• "Automatische V-Keystone"
p.41
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen"
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner"
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch
is
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld elektronische
interferentie (ruis) vertoont of statisch is:
• Controleer de kabels die uw computer of videobron verbinden met de
projector. Ze moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
• Niet langer zijn dan 3 meter
• Controleer de instellingen in het menu Signaal van de projector om er zeker
van te zijn dat ze overeenkomen met de videobron.
p.42
p.43
• Pas, indien beschikbaar voor uw videobron, de instellingen Deinterlacing
en Ruisvermindering aan in het menu Beeld.
• Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
• Als u projecteert vanaf een computer, drukt u op de afstandsbediening op
de knop [Auto] om Tracking en Sync. automatisch aan te passen. Als de
beelden niet correct worden aangepast, past u de instellingen Tracking en
Sync. aan in het menu Signaal van de projector.
• Selecteer Automatisch als de instelling Resolutie in het menu Signaal van
de projector.
• Als u de beeldvorm hebt aangepast met de bedieningselementen van de
projector, moet u proberen de instelling Scherpte in het menu Beeld van de
projector te verlagen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u een verlengsnoer hebt aangesloten, kunt u proberen te projecteren
zonder dit snoer om te zien of deze de storing in het signaal veroorzaakt.
• Als u de functie USB Display gebruikt, schakelt u de instelling Gelaagd
venster verzenden onder het programma Instellingen Epson USB Display
op uw computer in.
g g Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal"
• "Instellingen Beeldkwaliteit - menu Beeld"
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven"
Oplossingen wanneer het beeld vaag of wazig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld vaag of
wazig is.
• Stel de scherpstelling van het beeld in.
• Reinig de projectorlens.
Om condensatie op de lens te vermijden nadat u de projector van een
a
koude omgeving naar binnen hebt gebracht, moet u de projector
laten opwarmen naar kamertemperatuur voordat u het apparaat
gebruikt.
144
p.104
p.102
p.156