instellingenscherm
AUDIO & VIDEO-INSTELLINGEN
Video-instellingen
1. Selecteer in het Instellingenmenu het <Audio en Video (
tabblad.
2. Klik op <Video-instellingen>.
3. Selecteer een <Videobron> optie.
• Horizontale spiegelmodus: keer het beeld ondersteboven
dat door de camera is vastgelegd.
• Spiegelmodus: het beeld dat door de camera is vastgelegd
horizontaal spiegelen.
• Cameramontagemodus: U kunt plafond of muur selecteren,
afhankelijk van de installatielocatie van de camera.
- Plafond: Selecteer dit wanneer de camera aan het
plafond is geïnstalleerd.
- Muur: Selecteer dit wanneer de camera aan de muur is
geïnstalleerd.
Als u de Cameramontagemodus wijzigt, wordt de Vissenoogweergavemodus op het tabblad [Live] ook gewijzigd.
`
M
Als u de videorotatie wijzigt, moeten de video-analyse en statistische instellingen worden gewijzigd om bij het gewijzigde
`
scherm te passen.
Als u de instellingen wijzigt, wordt het browservenster gesloten en de camera opnieuw gestart. Probeer later opnieuw te
`
openen.
4. Bepaal of de analoge video-uitvoerfunctie gebruikt wordt.
Voor het verlagen van de prestatiereductie, moet het gebruik alleen na de installatie worden ontgrendeld.
`
5. Selecteer het videotype.
6. Geef de privacyzone aan.
U kunt het patroon van het privacy-gebied instellen op Ondoorzichtig of Mozaïek.
`
7. Klik wanneer u klaar bent op [Toepassen].
De privacyzone instellen
U kunt ten behoeve van uw privacy een bepaald gebied van de cameravideo instellen voor
privacybescherming.
1. Stel het in op <Privacygebied inschakelen>.
2. Klik op [Toepassen].
3. Selecteer 4 hoekpunten op het scherm met uw muis om het gebied op te geven.
4. Voer de naam in en selecteer de kleur en klik vervolgens op [OK].
5. Als u een naam wil verwijderen in de lijst, selecteer deze en klik op [Wissen].
6. Om het patroon van het instellen privacy-gebied te wijzigen selecteert u het patroon uit de patroonlijst en
klikt u op de knop [Toepassen].
34_ instellingenscherm
)>
Audio-instellingen
U kunt de I / O-instellingen van de audiobron van de camera.
1. Selecteer in het Instellingenmenu het <Audio en Video (
tabblad.
2. Klik op <Audio-instellingen>.
3. Stel de waarde voor de audio-invoer in.
• Bron : hier stelt u de audio-invoer in.
- Interne microfoon : Ingebouwde microfoon opgenomen
in de camera.
- Lijn : Sluit de kabel aan op het audioapparaat.
- Externe microfoon : Maakt gebruik van een externe microfoon.
• Stroom inschakelen voor ext. mic. : Vink dit selectievakje aan als de externe microfoon niet van stroom
wordt voorzien, en de stroom door de camera naar de microfoon moet worden geleverd. U kunt
instellingen configureren door <Externe microfoon> te selecteren.
• Codec : Geef de audio-codec op.
- G.711 : Een audiocodecstandaard voor een 64 Kbps PCM-codering (Pulse Code Modulation).
Audiocodec met ITU-standaard dat geschikt is voor digitale spraakoverdracht in en PSTN-netwerk of
via een PBX.
- G.726 : Audiocodec met ITU-standaard die ADPCM (Adaptive Differential Pulse Code Modulation)
toepast voor variabele bitsnelheden van 40/32/24/16 Kbps tot 64 Kbps PCM-codering.
- AAC : Acroniem van Advanced Audio Coding (Geavanceerde Audio Codering), wat een internationale
norm is ontworpen om de opvolger van het Mp3-formaat te worden. U kunt audio tegen een hogere
samplingfrequentie gebruiken dan wanner u de bestaande G.711-of G.726 -codec gebruikt.
• Samplingfrequentie : Verwijst naar het aantal keren samplen bij het digitaliseren van een analoge
soundtrack. Hoe hoger deze waarde is, des te beter is de geluidskwaliteit.
• Bitsnelheid : Hier stelt u de bitsnelheid om de compressieverhouding aan te geven als u de G.726-codec
gebruikt.
• Versterking : Geef de audio-invoerversterking op.
Verslechtering van geluidskwaliteit of vervorming kan optreden als het volume van de geluidsbron of versterkingswaarde te
`
J
hoog zijn ingesteld.
4. Stel het niveau voor de audio-uitvoer.
• Inschakelen : Hier geeft u aan op u audio-uitvoer wilt gebruiken.
• Versterking : Geef de audio-uitvoerversterking op.
5. Klik wanneer u klaar bent op [Toepassen].
)>