Hoofdstuk 5. Beveiliging
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u uw computer beschermt tegen gebruik door onbevoegden.
Wachtwoorden gebruiken
U kunt voorkomen dat uw computer ongeoorloofd wordt gebruikt door een wachtwoord te gebruiken. Als
u een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt elke keer als u de computer inschakelt een prompt voor het
wachtwoord. Geef uw wachtwoord op achter de prompt. Als u niet het juiste wachtwoord opgeeft, kunt u
de computer niet gebruiken.
Als u een systeemwachtwoord, een beheerderswachtwoord of een vaste-schijfwachtwoord hebt ingesteld,
wordt het station automatisch ontgrendeld wanneer de computer wordt hervat uit de sluimerstand.
Opmerking: Als u een Windows-wachtwoord hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit wachtwoord in te voeren
als de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Inleiding tot wachtwoorden
Systeemwachtwoord
U kunt een systeemwachtwoord instellen om uw computer te beveiligen tegen onbevoegd gebruik.
Als u een systeemwachtwoord hebt ingesteld, wordt u telkens als u de computer aanzet, gevraagd om dat
wachtwoord te typen. Om de computer te kunnen gebruiken, moet u het juiste wachtwoord invoeren.
Als dit pictogram wordt afgebeeld, typt u een systeemwachtwoord of een beheerderswachtwoord.
Supervisorwachtwoord
Het beheerderswachtwoord beveiligt de systeeminformatie die is opgeslagen in het programma ThinkPad
Setup. Het biedt de volgende bescherming:
• Als er alleen een beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt u om dit wachtwoord gevraagd zodra u
probeert het programma ThinkPad Setup te starten. Niet-geautoriseerde gebruikers kunnen de meeste
systeemconfiguratieopties in het programma ThinkPad Setup niet wijzigen zonder het wachtwoord.
• De systeembeheerder kan met het beheerderswachtwoord toegang krijgen tot een computer,
zelfs wanneer de gebruiker van de computer een systeemwachtwoord heeft ingesteld. Het
beheerderswachtwoord gaat namelijk vóór het systeemwachtwoord.
• Om het beheer te vereenvoudigen, kan de systeembeheerder op meerdere ThinkPad-notebookcomputers
hetzelfde beheerderswachtwoord instellen.
Vaste-schijfwachtwoorden
Als u een vaste-schijfwachtwoord instelt, voorkomt u dat onbevoegden toegang tot de gegevens op het
vaste-schijfstation kunnen krijgen. Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, wordt u elke keer dat u
zich toegang tot het vaste-schijfstation verschaft, gevraagd een geldig wachtwoord te typen.
Voor het opslagstation zijn twee soorten wachtwoorden waarmee de opgeslagen informatie beschermd
kan worden:
• Gebruikerswachtwoord
© Copyright Lenovo 2017
51